Voorpagina « Ezeltje strek je!



Ezeltje strek je! Tafeltje dek je! Knuppel uit de zak! is een van de drie nieuwste sprookjes uit het Sprookjesbos. Samen met het "Kasteel van Sneeuwwitje" en "De Chinese Nachtegaal" was "Ezeltje strek je..." vanaf 1999 te bewonderen. Op deze pagina vind je naast het sprookje binnenkort ook de letterlijke tekst zoals deze in Herberg de Ersteling wordt gebruikt. In het jubileumjaar 2002 wordt dit sprookje samen met De Gelaarsde Kat uitgebeeld in de "Wonderlijke Efteling Show", waarin illusionist Hans Klok een grote rol heeft. In 2003 en 2004 nam Christian Farla zijn rol over.

Het sprookje
Er was eens een kleermaker met drie zonen. Ze leefden gemoedelijk in een klein huisje aan de rand van een dorp. Op een dag zei de kleermaker tegen zijn zoons: "Jongens, jullie eten steeds meer boterhammen. Ik kan jullie niet alleen onderhouden met de kleermakerij. Het wordt tijd dat jullie een echt vak gaan leren!" Daar hadden de drie broers eerst geen oren naar. Ze hadden het wel gezellig zo. Maar later begon het avontuur toch te trekken. De oudste besloot dat hij meubelmaker wilde worden. Hij zag zichzelf al met een eigen zaak in het dorp. Met gouden letters zag hij op de pui geschreven: Meestermeubelmaker. De tweede zoon wilde molenaar worden. Want hij hield zo van vers brood! De derde leek timmerman wel een mooi beroep. Waarom? Tja, zomaar. Zo gezegd, zo gedaan. De volgende morgen trokken de drie broers de wijde wereld in. De oudste ging werken bij de allerbeste meubelmaker van het land. Na drie jaar heel hard werken was hij zo goed, dat de meubelmaker tegen hem zei: "Jongen, jou kan ik echt niets meer leren. Je was een uitstekende en gezellige leerling. Als dank wil ik je iets geven!" En hij wees de oudste broer een onopvallend, ongeschuurd tafeltje dat in een hoek stond. De jongen deed zijn best om zijn teleurstelling niet te laten merken. De meubelmaker grinnikte: "Nu denk je zeker, da's ook niet veel soeps. Nou, dan vergis je je. Als je roept Tafeltje...dek je, dan ligt er plots een keurig tafelkleed op het tafeltje." "Tjonge, bedankt!", zei de oudste broer en hij toog huiswaarts.

Het was een lange, vermoeiende reis. De zon scheen hoog aan de hemel en het stof van de weg prikte de oudste broer in z'n neus. Toen de avond viel, besloot hij te overnachten in een herberg. De waard veegde net zijn handen schoon aan een theedoek toen de oudste zoon binnenkwam "Je kunt hier wel slapen", zei hij "maar al het eten is op." "Geeft niet", sprak de jongen. Hij zette zijn tafeltje in de herberg en riep: "Tafeltje...dek je!" En zie, voor de ogen van de verbaasde gasten verschenen dampende schalen met verrukkelijke kip, speenvarken en verse groenten op de tafel. En zo'n groot glas rode wijn dat je er rode wangetjes van kreeg! De jongen ging aan de tafel zitten smullen. Zo gauw een schotel leeg was, verscheen er weer een nieuwe. De waard wist niet wat hij zag. Zo'n tafel wilde hij ook wel hebben! In de nacht, toen iedereen sliep, sloop de waard op kousenvoeten naar de kelder waar een tafeltje stond dat precies leek op het tovertafeltje. Stiekem wisselde de waard de twee tafeltjes om. De oudste broer merkte niets. Hij stond de volgende ochtend vrolijk op, betaalde en ging op pad.

Tegen de avond kwam de jongen thuis "Vader!", riep hij. "Ik ben nu officieel meubelmaker. En ik heb een tovertafeltje meegebracht". De jongen vertelde zijn vader over de toverkracht van het gewone houten tafeltje. "Is het werkelijk?", vroeg zijn vader. "Dat is niet te geloven!" "Echt waar, pappa, kijkt u maar! Tafeltje...dek je!" , riep de jongen vrolijk. Maar... er gebeurde niets. Hoe de jongen ook roep en smeekte, het tafeltje bleef leeg. Toen dacht de jongen goed na. Hmmm... Die waard uit de herberg, die keek zo verlekkerd naar het tafeltje. Zou hij het tafeltje soms hebben verwisseld? "Je moet je oude vader niet zo in de maling nemen jongen", zei zijn vader en mopperend vertrok hij naar de bedstede. Verdrietig keek de jongen voor zich uit. Weg was de droom.

De tweede zoon had inmiddels niet slecht geboerd. Hij had gewerkt bij de beste molenaar van het land en deze was zeer tevreden over hem: "Goed werk jongen. Ik heb een bijzonder cadeau voor je!" En hij haalde een muisgrijze ezel van stal. "Dit is geen gewone ezel jongen", zei hij. "Als je roept Ezeltje... strek je, dan rollen de gouden muntstukken onder zijn staart vandaan!" De jongen sprong een gat in de lucht. Wat een cadeau! Hij ging direct naar huis. Toevallig kwam hij die avond bij dezelfde herberg als zijn oudste broer. "Heeft u een slaap plaats voor me?" "Als je het kunt betalen wel", zei de waard die argwanend naar de armoedige kleding van de jongen keek. "Dat komt in orde", zei de jongen. "Nee, ik zal de ezel zelf wel even in de stal zetten!" De waard vond dit een beetje vreemd. Hij besloot de jongen te volgen. Nieuwsgierig keek hij door een spleet van het hout van de stal. "Ezeltje...strek je", hoorde hij. En kijk eens aan, de gouden muntstukken kwamen gewoon onder de staart van de ezel vandaan rollen! "Die is voor mij", mompelde de waard. "Gelukkig heb ik een ezel die precies op deze lijkt!" 's Nachts, toen iedereen sliep, sloop de waarde naar de stallen en verwisselde hij de wonderezel voor een gewone. De volgende ochtend vertrok de tweede broer nietsvermoedend naar zijn vader. Thuisgekomen vertelde hij opgewonden over de ezel, die er voor zou zorgen dat ze voortaan geld in overvloed zouden hebben. "Bliksems!", sprak de kleermaker. "Vertel jij me nu ook al sprookjes?" "Het is echt waar vader, kijk maar!", roep de tweede zoon. Hij riep: "Ezeltje...strek je", Maar de ezel keek hem verwonderd aan. En wat er op de grond viel, leek niet op goudstukken. "Ja, ja", zei de kleermaker. "Zeker ook verwisseld in een herberg. Ik ga naar bed. Ik moet morgen werken voor de kost."

De volgende dag schreef de verdrietige kleermaker de derde zoon een brief, waarin hij hem precies vertelde wat er was gebeurd. Hij eindigde zijn brief met de volgende woorden: "Ik hoop dat jij me geen sprookjes gaat vertellen als je thuiskomt, jongen." "Vreemd, dacht de derde zoon. "Niets voor mijn broers om zoiets te doen!" De derde zoon was bij de allerbeste timmerman van het land gaan werken. Zijn werktijd zat er nu op. "Goed gedaan, jongen", zei de timmerman. "Hier is je beloning." En hij gaf de jongen een zak met een knuppel erin. "Die zak is wel handig", sprak de jongen, "maar wat moet ik met de knuppel? Die is me veel te zwaar!" Let maar op", zei de timmerman. "Als iemand je kwaad wil doen, dan roep je: "Knuppel uit de zak!" Dan zal de knuppel zo lang op je aanvaller dansen en hem zo'n pak rammel geven, dat hij geen pap meer zal kunnen zeggen." "Goh, jee, nou bedankt", stamelde de jongen. Ondertussen rijpte er een plannetje in zijn hoofd...

De volgende morgen hing de jongen de zak om zijn schouder, bedankte zijn baas en ging op weg naar huis. In de avond stopte hij bij dezelfde herberg waar zijn broers zo bedrogen waren. "Goedenavond!", riep hij. "Ik weet dat het laat is, maar heeft u nog iets te eten?" "Onze koks staan altijd voor u klaar", sprak de waard glunderend. "Een momentje alstublieft," De jongen spitste zijn oren. "Tafeltje dek je!", hoorde hij zacht. Even later kwam de waard terug met dampende schalen met verrukkelijke kip, speenvarken en verse groenten. "U heeft een goede kok", zei de derde zoon terwijl hij het laatste kruimeltje aardappel aan zijn vork prikte. 'Ach meneer", zei de waard opschepperig. "Ik heb van alles het beste." "Dat kan wel zo zijn", sprak de jongen. "Maar hier in deze zak heb ik toch wel de aller allerbeste van de hele wereld!" "Tjonge", dacht de waard. "Als dat zo is, dan wil ik dat ook hebben. "Toen de derde zoon luidruchtig gapend naar bed vertrok, wreef de waard in zijn handen. Diep in de nacht sloop hij de kamer binnen en pakte de zak. "Knuppel uit de zak!" riep de derde zoon. En ja hoor, daar sprong de knuppel uit de zak en ranselde de waard, zo stevig, dat hij al gauw om genade riep. "Alleen als je de wonderezel en het wondertafeltje teruggeeft, dan stopt de knuppel. Anders zal ik hem nog even aanvuren om nog harder te slaan", zei de derde zoon grimmig. "Alles!", riep de waard. "Ik zal alles teruggeven! Laat die knuppel ophouden!" En zo geschiedde. De derde zoon kwam naar huis met het echte wondertafeltje en de echte wonderezel. En vanaf die tijd, leefden ze lang en gelukkig, rijk en gezond. En de knuppel? Die hadden ze nooit meer nodig!

Achtergrondinformatie
Het sprookje van "Tafeltje dek je! Ezeltje strek je! Knuppel uit de zak!" is een oud en bekend verhaal dat in bijna heel Europa bekend is. Het verhaal, zoals het hierboven staat wijkt af van de oorspronkelijke versie. In het begin van het verhaal moeten de kinderen een geit uitlaten, dit deel kom je tegenwoordig nauwelijks meer in de Nederlandse sprookjesboeken tegen. Het sprookje leert ons wel om tevreden te zijn met onze eigen spullen. We moeten niet alles willen hebben wat een ander ook heeft. En zoals in dit sprookje duidelijk naar voren komt,.... Misdaad loont niet! Binnenkort zal de oorspronkelijke inleiding ook op deze site te vinden zijn.



Ezeltje strek je! Tafeltje dek je! Knuppel uit de zak! in de Efteling.
Ezeltje strek je! staat al heel wat jaren in de Efteling. In 1999 heeft de Efteling "Herberg de Ersteling" erbij gebouwd. Als je de herberg binnen loopt zie gelijk de knuppel die, hoewel die in een soort korf "gevangen" aan de muur hangt, nog steeds heen en weer slaat. Als je doorloopt naar de volgende kamer dan kom je de herberg zelf terecht. Hier zie je de oudste zoon achter zijn tafeltje zitten. Als hij "Tafeltje...dek je!" roept dan dekt de tafel zich. Maar pas op want vanachter de deur staat de waard mee te gluren... Voor de oplettende bezoeker heeft deze herberg bijzondere details. Behalve de kaneelgeur in de herberg zie je op het dak bij de schoorsteen een grote kookpot staan, en een pollepel en een soort pijl vormen op het dak een windwijzer. Maar dat is nog niet alles. De deurklink van de 'show' zelf zijn geen normale deurklinken. Het zijn handen die een knuppel vasthouden. Hiernaast zie je een foto hiervan.

In het jubileumjaar 2002 wordt dit sprookje samen met De Gelaarsde Kat uitgebeeld in de "Wonderlijke Efteling Show, waarin illusionist Hans Klok een grote rol heeft. De naam van de herberg "Ersteling" heeft een betekenis, de naam van de Efteling is namelijk afgeleid van een oude herberg, die heette "Herberg de Ersteling". Je kunt de herberg nu op het Herautenplein terugvinden. In de herberg wordt een verhaal vertelt over de zonen van de kleermaker. Na twee maanden is dit verhaal ingekort, omdat bleek dat bezoekers het verhaal te lang(dradig) vonden. Hieronder vind je de tekst die in de eerste twee maanden van het seizoen 1999 was te horen:

Verteller:
Welkom, edele bezoeker in de nederige herberg. En rust wat, zodat wij u kunnen verhalen over de wonderlijke dingen die die lang, heel lang geleden eens gebeurden... Het waren zware tijden en het volk had het moeilijk. Zo was er een kleermaker die drie zonen had, die de wijde wereld introkken, om daar hun fortuin te zoeken. De oudste zoon kwam in de leer bij een meubelmaker. De tweede zoon bij een molenaar en de jongste zoon leerde 't vak bij een houtsnijder.

Jaren gingen voorbij en omdat de broers erg hun best hadden gedaan kregen ze ieder van hun leermeester een bijzondere beloning. De oudste zoon had van de meubelmaker een tafeltje gekregen. Een tovertafeltje, als je zei: "Tafeltje Dek Je", dan vulde deze tafel zich met vorstelijke gerechten. De middelste zoon werd beloond met een wonderezel. Wanneer je zei: "Ezeltje Strek Je", dan kwamen er goudstukken uit z' n achterste. De jongste zoon had een knapzak gekregen waarin 'n magische knuppel huisde. Als je zei: "Knuppeltje uit de zak" dan kwam hij er razendsnel uit en ranselde de belager net zolang totdat de bezitter riep: "Knuppeltje in de zak!"

Op een avond kwam in deze herberg de middelste zoon met 'n ezel. Hij vroeg aan de waard om onderdak voor hem en zijn ezel. "Voor jou heb ik plaats, maar hem zet je maar buiten" gromde de waard. De broer vond dit maar niks en hij vertelde de waard dat dit geen gewone ezel, maar een wonder ezel was. Wanneer je riep: "Ezeltje Strek Je" dan hief het beest z'n staart op en uit z'n achterste vielen klinkende en tientallen goudstukken. Toen de eigenaar van deze herberg dat zag geloofde hij zijn eigen ogen niet en dacht: "Hè, zo'n ezeltje kan ik ook wel gebruiken." En midden in de nacht, toen iedereen in een diepe slaap verzonken was, verruilde de sluwe waard de wonder ezel voor een gewone ezel. Toen de oudste zoon z'n tovertafeltje had gekregen kwam hij in deze herberg terecht en onderging een gelijk lot. Omdat 't vuur onder de pot al gedoofd was zei de kleermakerszoon: "Ach, ik zorg wel voor m'n eigen maal." De waard die dit zeer verdacht vond, verliet de gelagkamer en legde zijn oor te luister tegen de deur.

Zoon:
"Waar blijft 'ie nou? Pfff, ik zorg wel voor m'n eigen maal! Ehh, eh, wat was 't ook alweer? Euh ehm eh Tafeltje Dekje...? Dek Je tafeltje... Tafeltje Dek Je!"

(tafel dekt zich) Ohh, Mmmm

(Waard komt eraan) Oh o!

Verteller:
Edele bezoeker, nadat de waard dit alles gehoord en gezien had verruilde hij in de holst van de nacht 't tovertafeltje voor een gewoon tafeltje. Toen deze zoon het geschenk aan z'n vader wilde tonen, ontdekte ook hij 't bedrog, wat hij ook probeerde er gebeurde niets. De jongste zoon woonde nog thuis en ging op zoek naar deze herberg. De waard was nieuwsgierig en vroeg naar de inhoud van de knapzak, maar... de jongste zoon zei dat die waard werd verrast door de knuppel. Toen de jongste zoon riep: "Knuppeltje uit de zak" en de knuppel de waard net zolang afranselde totdat hij de wonder ezel en het wondertafeltje had teruggegeven. Toen de jongste zoon met al deze wonderbaarlijke geschenken bij z'n vader thuiskwam was er reden voor 'n groot feest. De oude kleermaker was nu trots op z'n zonen. En leefden nog lang en gelukkig en... Ach, excuseert u mij, edele gast. Ik zie, u gaat de reis voortzetten. Dank voor uw gewaardeerd verblijf. Goeie reis en, zo u wilt, tot een volgende keer in 'Herberg de Ersteling'!!



Sprookjesboek
Bij vrijwel ieder sprookje in het Sprookjesbos staat een groot sprookjesboek, met daarin een korte samenvatting van het verhaal. Het verhaal staat weergegeven in het Nederlands, Engels, Duits en Frans. Hieronder de Nederlandse tekst:

De kleermakerszoon overnachtte in de herberg en riep: "Tafeltje... dek je!" Op het tovertafeltje, dat hij als werkloon had gekregen, verschenen uit het niets de heerlijkste gerechten... De waard was verbaasd. Die nacht wisselde hij het tovertafeltje om voor een gewoon tafeltje. De tweede kleermakerszoon kreeg een wonderezeltje, dat gouden munten poepte als de jongen "Ezeltje... strek je!" riep. Nadat het dier door de waard werd verwisseld kwam ook deze zoon bedrogen thuis bij zijn vader. De derde zoon bezocht de herberg met een magische knuppel... En dát heeft die oneerlijke waard geweten!


foto herberg: Dennis Pestman