Voorpagina « De Bibelebontse berg



In het voormalige Sprookjesmuseum aan de Herautenplein vind je een aantal voorwerpen en/of spreuken uit een aantal sprookjes. Naast "De nieuwe kleren van de Keizer" en de "Prinses op de erwt" vind je ook het sprookje van de Bibelebontse Berg. Het is eigenlijk amper een sprookje te noemen zo kort is het. In de Efteling vinden we meer van dit soort korte verhalen, denk maar een aan de Sprekende Papegaai en de Trollenkoning. Tegenwoordig hebben de sprookjes uit het voormalige Sprookjesmuseum een plek gekregen in het Eftelingmuseum op het Anton Pieckplein.

Het sprookje
Er was een een dikke jongen die Bastiaan heette. Hij werd opgevoed door de oude houthakker Teun, die hem lang gelden in het bos had gevonden. Het enige wat het kleine ventje bij zich had, was een houten kistje met daarin een lepel en een kommetje. Teun had Bastiaan mee naar huis genomen en grootgebracht. De jongen groeide als kool en hoe Teun ook zijn best deed om hem niet te veel te laten eten, toch werd zijn pleegzoon het dikste kind van het dorp. De andere kinderen plaagden hem daarmee. Sommigen noemden hem zelfs een vet varken. Niemand wilde met hem spelen, dat deed Bastiaan veel verdriet.

Op een dag werd Teun erg ziek. Bastiaan verzorgde de oude man die hem zo veel liefde had gegeven, maar hij kon de dood niet tegenhouden. Teun stierf in zijn armen en de jongen huilde dikke tranen. Er waren maar weinig mensen op de begrafenis. Bastiaan besloot het dorp te verlaten. In het huisje van Teun zocht hij wat spullen bij elkaar. Opeens stuitte hij op het oude kistje, de enige herinnering aan zijn echte ouders. Hij maakte het open en bekeek de lepel en het kommetje. Toen zag hij voor het eerst dat er aan de binnenkant van het deksel een tekst geschreven stond:



"Aha,"zei Bastiaan, "het is dus geen kommetje, maar een nap. Wat het verschil ook mag zijn... Maar van de Bibelebontse berg heb ik wel eens gehoord. Zou dat de plek zijn waar ik vandaan kom?" Hij liep naar het huis van oma Griet. Zij was altijd aardig voor hem geweest en bovendien wist ze veel. "Oma griet," zei Bastiaan toen ze hem binnenliet, "zegt de Bibelebontse berg jou iets?" "De Bibelebontse berg? Jazeker!" Oma's stem klonk meteen enthousiast. "Op de Bibelebontse berg is het leven goed! Daar leven de mensen in vriendschap met elkaar. En iedereen telt mee." "Dat klinkt prachtig," zei Bastiaan. "Ja, maar misschien is het een verzinsel," zei oma treurig. "Men zegt dat het Bibelebontse volk ergens in het noorden woont. Maar nog nooit heeft iemand hun berg kunnen vinden.

"Ik ga hem zoeken!" zei Bastiaan stellig. Hij gaf oma Griet een dikke knuffel en vertrok. Het pad naar de bergen liep door het bos waarin Teun hem destijds had gevonden. Een prachtig bos, zo vond Bastiaan. Maar waarom zou iemand er een kind achterlaten? Iets verderop waren twee houthakkers aan het werk. "Kijk nou," zei de een. "Dat is die dikkerd van Teun." "Ha, ja, de dikkerd van Teun," zei de ander. "Wat brengt jou hier jongen?" vroeg de eerste man. "Ha, ja wat brengt jou hier?" vroeg de tweede. "Ik ben op zoek naar de Bibelebontse berg," antwoordde Bastiaan. "De Bibelebontse berg? Ha ha ha! Ik geloof niet dat je ie gaat vinden hoor!" Ze moesten vreselijk lachen. "Maar," ging de eerste houthakker verder, "pas goed op jezelf. De nachtheks waart rond!" "Ha, ja de nachtheks waar rond!" vulde tweede zijn vriend aan. "Wie is dat, de nachtheks?" vroeg Bastiaan. De mannen keken hem opeens ernstig aan. "Weet jij niet wie de nachtheks is?" Ze gingen op een paar platliggende boomstammen zitten en de eerste man begon te vertellen.

"De nachtheks, jongen, is een geheimzinnig dikke vrouw. Elke avond komt ze uit het gebergte en dwaalt door de bossen. Soms sluipt ze de dorpen in en begluurt de mensen. Regelmatig laat ze de kinderen schrikken, als haar gezicht opeens voor het raam verschijnt. Men denkt dat ze een kinderroofster is." "Ha, ja een kinderroofster," zei de andere houthakker. "Zorg dat je niet in haar handen valt." Gewaarschuwd voor de nachtheks wandelde Bastiaan de bergen in, op zoek naar de Bibelebontse berg. Hij genoot van de ongerepte natuur, maar vond wel dat al die bergen te veel op elkaar leken. Hoe kwam hij ooit te weten welke berg de Bibelebontse berg was? Wekenlang dwaalde hij rond, totdat hij vermoeid opgaf en een pad naar beneden volgde.

De avond viel toen Bastiaan weer aan de voet van een gebergte was. Daar ging hij liggen, onder een overhangende rots. Midden in de nacht schrok hij wakker van voetstappen. Hij keek op een zag een schim over het pad lopen. De nachtheks! dacht Bastiaan en hij dook ineen, bang om gezien te worden. De forse gestalte, gehuld in een lang gewaad, liep het bos in. Bastiaan volgde voorzichtig. Na een poos kwamen ze bij een dorp. Bij het eerste huis gluurde de vreemde persoon voorzichtig naar binnen. En daarna bij het tweede huis. Wat zou ze toch zoeken? vroeg Bastiaan zich af, terwijl hij plat op zijn dikke buik, vanonder een rozenstruik, toekeek. Hij kon nu duidelijk zien dat het een vrouw was.

Bij het derde huis ging het mis. Ze sloop naar het raam, maar het grind knarste onder haar voeten. Een deur vloog open en een man stormde naar buiten. "Scheer je weg, nachtheks! riep hij, zwaaiend met een riek. Het hele dorp was meteen in rep en roer, terwijl de nachtheks het hazenpad koos. Halsoverkop rende ze het bos weer in. "Wegwezen, dikkerd!" riep een man. "Vet varken!" schreeuwde een ander. Bastiaan had medelijden met de machtheks, al begreep hij de dorpelingen heel goed.


Hij wandelde terug naar zijn slaapplaats waar zijn spullen nog lagen. Opeens hoorde hij weer voetstappen. De nachtheks kwam eraan! Had ze hem al gezien? Hij schoot v ug achter een struik, maar haar opvallende vriendelijke stem klink door de nacht" "Wie is daar?" "Niemand!" riep Bastiaan. Daar moest de nachtheks om lachen en dus zei hij toch maar: "Mijn naam is Bastiaan." "Dag, Bastiaan," zei de nachtheks. "Ik ben Brenda en ik kom van de Bibelebontse berg." "Echt waar?" riep de jongen verrast. "Daar ben ik naar op zoek!" "Iedereen zoekt de Bibelebontse berg, Bastiaan," zei de vrouw. "Maar je kunt daar alleen komen als je tot het Bibelebontse volk behoort." Ze kwam iets dichterbij en in het licht van de maan zag Bastiaan dat ze er beslist niet uitzag als een heks. Ze had grote blauwe ogen en blonde krullen, net als hij. "Blijf daar", zei Bastiaan die het nog niet helemaal vertrouwde. "Waarom sluipt u 's nachts door de dorpen?"

Het gezicht van Brenda veranderde van opgewekt naar verdrietig. "Omdat ik vroeger een grote fout heb gemaakt," antwoordde ze. "Ik was paddenstoelen aan het plukken in het bos en heb toen mijn kind even alleen gelaten. Toen ik terugkwam was hij weg." Bastiaans mond viel open en Brenda snikte: "Iemand heeft mijn jongen meegenomen. Al jarenlang zoek ik hem." Langzaam kwam Bastiaan tevoorschijn. Terwijl er een traan over zijn wang rolde, pakte hij het kistje uit zijn tas en liet het zien. "Ben jij...? vroeg Brenda en hij knikte. Ze vielen elkaar in de armen. "Mijn kind," huilde ze, "mijn kind, wat ben je al groot."

De zon kwam op toen ze arm in arm de Bibelebontse berg op liepen. Leuke huisjes stonden tegen de helling. Een gezette man op een bankje riep luid: "Brenda heeft haar zoon gevonden!" Onmiddellijk kwamen een heleboel mollige mensen tevoorschijn Kinderen dansten om Bastiaan heen, Ze hadden allemaal blonde krullen en blauwe ogen. En ze waren net zo dik als hij. Bastiaan was eindelijk thuis en samen mijn zijn moeder leefde hij nog lang en gelukkig.


De Bibelebontse Berg in de Efteling
Bovenstaand sprookje is de versie die de Efteling ook in haar sprookjesboek 'Meer Sprookjes van de Efteling' heeft staan. Hier is van een kinderversje een compleet sprookje gemaakt. In het Sprookjesbos komt het sprookje niet voor. In het Eftelingmuseum op het Anton Pieckplein ligt in een vitrinekast een sleutel, met als bijschrift: