Voorpagina « Grom en de waarheid van de nacht



In de Efteling vind je talloze sprookjes, verhalen en legenden. Soms wordt een nieuw verhaal bedacht, ontsproten uit een creatief brein. Een origineel sprookje, dat nog nergens te vinden is. In een nieuwe reeks originele verhalen is op deze site plek voor dit soort verhalen. Dit keer het verhaal over 'Grom en de waarheid van de nacht'.

Op een heldere, stille nacht, toen de maan hoog aan de hemel stond als een zilveren munt en haar zachte gloed als vloeibaar licht door het slaapkamerraam viel, lag het kleine, ronde monstertje Grom wakker in zijn bed.

Zijn kamer was gevuld met zachte schaduwen en het ritmische getik van de klok aan de muur, maar zijn gedachten waren allesbehalve rustig. Zijn twee grote bolle ogen staarden naar het plafond, terwijl hij lag te woelen tussen zijn dekens.

Het was al laat, maar de slaap wilde maar niet komen. Grom’s hoofd zat vol indrukken van de dag: nieuwe plekken die hij had gezien, spannende verhalen die hij had gehoord, en vragen waar hij nog geen antwoord op had. Het was niet de eerste keer dat hij zo lag te piekeren.

Na een drukke dag leek zijn hoofd soms wel een doolhof waarin elke gedachte een andere volgde, en zijn kleine hartje sloeg dan net iets te snel van al dat denken.

Net toen hij zich omdraaide en een diepe zucht slaakte, hoorde hij een vreemd geluid. Een zacht gefladder, alsof er iets met veren langs het raam streek. Grom hield zijn adem in. Zijn ogen gleden naar de vensterbank.

Zijn bolle ogen werden nog groter van verbazing toen een prachtig gevleugeld paard verscheen. Zijn manen glinsterden als sterrenstof en zijn vleugels bewogen sierlijk op en neer. Door "Grom," hinnikte het paard zacht, "kom, we gaan op avontuur."

Grom twijfelde geen moment. Hij sprong uit bed en klauterde op de rug van het magische dier. Met een krachtige beweging van zijn vleugels steeg het paard op en samen vlogen ze de nacht in. De wind suisde langs Groms ronde lijfje, en hij giechelde van opwinding.

Na een tijdje landden ze op een prachtig tropisch eiland. De lucht rook naar kokos en zout, en de zon straalde warm op zijn huid. Grom ontdekte een hangmat tussen twee hoge palmbomen. Hij kroop erin en zuchtte tevreden.

Dit was het leven! Geen slapeloze nachten meer, alleen ontspanning en het ruisen van de zee. Terwijl hij genoot, naderde een groot, glanzend fruit dat uit een boom hing. Het zag er sappig en heerlijk uit. Maar net toen Grom het wilde plukken, verscheen een oude schildpad. "Dat is de koningsvrucht," zei ze. "Alleen wie eerlijk van hart is, mag ervan eten." Grom slikte. Hij wilde die vrucht zo graag. "Ik heb hem gevonden," zei hij snel. "Dus hij is van mij."

De schildpad keek hem onderzoekend aan. "Is dat echt waar?" vroeg ze rustig. Grom voelde een raar gevoel in zijn buik. Hij wist dat het niet eerlijk was. Hij had de vrucht niet geplant of verzorgd. Diep in zijn hartje wist hij, dat hij eerlijk moest zijn.

Langzaam liet hij zijn klauwtjes zakken en keek de schildpad aan. "Nee," gaf hij toe. "Ik heb hem niet eerlijk verdiend." Plotseling begon de vrucht te glanzen en de schildpad knikte tevreden. "Omdat je de waarheid hebt gezegd, zal deze vrucht je belonen." Ze duwde de vrucht naar Grom, die er voorzichtig een hap van nam.

Op dat moment voelde hij zich lichter dan ooit. Maar plotseling begon de wereld om hem heen te vervagen. De palmbomen losten op, de zon werd zwakker, en voor hij het wist, tuimelde hij uit de hangmat.

Met een schok opende Grom zijn ogen. Hij lag op de vloer van zijn slaapkamer, naast zijn bed. De maan scheen nog steeds door het raam. Het gevleugelde paard was nergens te bekennen.

Hij lachte zachtjes en kroop weer in bed. "Wat een droom," mompelde hij. Maar diep vanbinnen wist hij dat het meer was dan zomaar een droom. Hij had geleerd dat eerlijkheid niet altijd makkelijk is, maar dat het altijd beloond wordt.

Met een tevreden glimlach sloot hij zijn ogen en dommelde eindelijk in.