Voorpagina « W.E.S. '03/'04 [Teksten]


Op deze pagina vindt je de gehele tekst van de Wonderlijke Efteling Show zoals deze in 2003 is opgevoerd (met Chrisian Farla). Alle letterlijke dialogen en songteksten. Bij de liedjes staan soms namen tussen haakjes achter een regel, dit houd in dat die regel die die persoon wordt gezongen. Als er niets staat dan wordt het door iedereen gezongen.
 

Op de Droomwei (inleiding)


Gelaarsde Kat:

Als dat niet de kleermaker is uit Tafeltje Dek Je! Ezeltje Strek Je! Ssssssssst ik ga hem waker maken.


-Trompetgeschal-


Gelaarsde Kat:

Hé kleermaker wakker worden, we gaan beginnen iedereen is er al en jij ligt hier nog te slapen.


Kleermaker:

Gelaarsde Kat ik had het kunnen weten, wat heb je me laten schrikken.


Gelaarsde Kat:

Kom op dan gaan we naar de droomwei.


Kleermaker:

Maar iedereen slaapt nog.


Gelaarsde Kat:

Nou dan gaan we ze met z’n alle waker maken, doe maar mee wakker worden!!
Dat kan veel harder!!


Zaal:

Waker worden!!


Kleermaker:

Willen jullie weten wie er allemaal zijn?


Gelaarsde Kat:

Allemaal sprookjes figuren ze zijn een paar dagen gezellig samen op vakantie op de Droomwei van het grote Sprookjesbos hier in de Efteling.
 

Kleermaker:
Roodkapje is er, en de Moeder van de Zeven Geitjes, de Boze Wolf, die is vegetariër geworden en nu de dikste maatjes met moeder geit ze zijn op mekaar.


Gelaarsde Kat:

En dan hebben we nog Klein Duimpje en de Heks.


Kleermaker:

En Sneeuwwitje en haar Zeven Dwergen


Gelaarsde Kat:

En Hans & Grietje


Kleermaker:

En de Prins en zijn prachtige Assepoester.


Gelaarsde Kat:

Zijn er allemaal kijk daar komen ze!
 


Op de Droomwei

Dit noem ik pas een feest
ik spreek ook namens  Assepoes
dit is compleet iets anders voor ons beide,
Hier is geen kaviaar,
alleen patat met appelmoes
geen trommen geen vervelende lakeien.
Het baden in champagne heb ik hier geen dag gemist
gewoon de koude kraan erop dan voel je je verfrist.
Zo samen op een luchtmatras dat is voor mij geluk
moeder Geit wordt het spektakelstuk


Dit is de plek waar heel 't sprookjesland elkaar ontmoet
je weet niet wat je ziet op de Droomwei.
Roodkapje en de heks, de boze wolf  het blauwe bloed,
je weet niet wat je ziet op de Droomwei.
De sprookjesprins gooit hier alleen voor het plezier
z'n koninklijke remmen even los
op de Droomwei, op de Droomwei, van het grote Sprookjesbos.


(Disco/Dance achtig intermezzo)


Hier ligt de prins van Asspoes te dollen met de heks
je weet niet wat je ziet op de Droomwei
dit is ook een idee voor onze Maxima en Lex
je weet niet wat je ziet op de Droomwei
Hier heeft naast moeder Geit, de wolf zich neergevlijd
voor een middagdutje op het groene mos
op de Droomwei, op de Droomwei, van het grote Sprookjesbos.


Prins:

Assepoes Assepoes waar ben je? Hebben jullie Assepoester gezien net was ze er nog. Assepoes!!


Hans:

Hé is dit niet haar glazen muiltje?


Prins:

Oh, lieve assepoes waar ben je?


Gelaarsde Kat:

Laten we allemaal gaan zoeken, Sneeuwwitje kijk jij daar en Roodkapje ga jij de zaal maar in.


Klein Duimpje:

De heks! Misschien heeft de heks Assepoester meegenomen!


Gelaarsde Kat:

Klein Duimpje heeft gelijk als de heks dit gedaan heeft denk ik dat we beter de magiër kunnen roepen, misschien kan hij ons helpen met zijn toverkracht. Hij is de enige die het van de heks kan winnen. Jullie kunnen heel hard roepen heb ik net gehoord, doen jullie mee? Magiër, Magiër Magiër!


Wolf:

Denken jullie dat Magiërs zomaar uit de lucht komen vallen? Die zit gewoon boven Magiërs vijfde verdieping!!


-de lift wordt geactiveerd-


Gelaarsde Kat:

Vijf, doe maar mee vier, drie, twee, een.


-Magiër komt op-


Magiër:

Hé probleempje?!?


Gelaarsde Kat:

Magiër wat goed dat u er bent.


Prins:

Mijn assepoester is verdwenen de heks heeft haar meegenomen, kunt u haar terug halen?


Magiër:

Wéér die heks? Het zijn ook altijd dezelfde. Nou ik weet wel wat. Allemaal aan de kant.


Prins:

Assepoes wat is er met jouw gebeurd? Wat heeft die heks met je gedaan?


Magiër:

Dat los ik ook wel eventjes op ik ben er nu toch. Waar een beetje magie al niet goed voor is.


Op de Droomwei (reprise):

Op de Droomwei, op de Droomwei, van het grote Sprookjesbos. 


De Gelaarsde Kat


Magiër:
Zeg ben jij niet de gelaarsde kat? Kennen jullie het sprookje van de gelaarsde kat? Hoe begint dat ook alweer?

Gelaarsde Kat:
Er was eens een molenaar die zo arm was dat er na de dood van zijn drie zoons alleen nog maar een molen overbleef een ezel en ik een kat.


Magiër:

ja nu weet ik het weer de oudste zoon kreeg de molen de tweede de ezel en de jongste zoon Teun die kreeg de kat. Maar wat moest die arme Teun toch beginnen met een kat het is niet zo maar een kat. De gelaarsde kat dat is een heel slim dier.


Teun:

Oooh lieve kat m'n egotistische broers hebben me het huis uit geschopt en nu ben jij het enige levende wezen dat me lief is.


Gelaarsde Kat:

Maar baas dat is toch geen enkele reden om treurig te zijn jij bent altijd goed geweest voor mij nu is het mij beurt om goed te zij voor jouw ik ga je rijk maken we gaan op reis volg me.


Teun:

Volg me? Hier door die konijnen keutels? Bah! vies!


Gelaarsde Kat:

Wat nou Bah! vies? Roep liever hoera want die konijnen keutels betekenen dan we vlak bij een konijnen hol zijn, had jij geen wortel bij je?


Teun:

Ja maar die wil ik houden voor als ik honger krijg.


Gelaarsde Kat:

Wat is nou lekkerder een wortel of een konijn, ik denk toch wel een… konijn?
Alstublieft, meneer wordt op zijn wenken bediend daar kan geen frikadel tegen op.


Teun:

ja ja kom eens bij baasie dan ja wat is er dan he. Kielle, kielle, kielle. Hé hoor eens? Wat is dat?


Lakei:

Voorwaarts mars!!


Gelaarsde Kat:

De koninklijke garde komt eraan de wacht voor het paleis moet afgelost worden laten we gaan kijken. Ik krijg me daar toch een kanjer van een idee.


Koning:

Volgens de wet moet ik je laten opsluiten wegens orde verstoring maar volgens mijn hart moet ik je een goudstuk geven omdat je me zo hebt geamuseerd, wat doen we kinderen gevangenis of goudstuk?


zaal:

GOUDSTUK!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!


Koning:

Een goudstuk dus alsjeblieft.


Gelaarsde Kat:

Voor wat, hoort wat kijk eens wat ik voor je heb majesteit namens mij meester de Markies van Carabas.


Koning:

Wat een leuke verassing wilt u uw meester hartelijk danken en zeggen dat ik hem met vreugde zal op peuzelen.


Gelaarsde Kat:

Mijn meester op peuzelen?


Koning:

Nee kat, z'n konijn natuurlijk.


Gelaarsde Kat:

Ik zal hem danken en hem ook namens u hartelijke groeten. Zo en nou moet ik Teun op scharrelen want de grote reis gaat beginnen. Teun, Teun waar ben je! Kom tevoorschijn.


Teun:

Hier ben ik.
 

Gelaarsde Kat:
Teun we gaan op pad want ik heb een fantastisch plan
 

-lasereffecten-
 

Gelaarsde Kat:
Ik moest je nog hartelijk bedanken van de koning.


Teun:

Mij danken van de koning.


Gelaarsde Kat:

Mmmja. Hij zei: "Wilt u uw meester hartelijk danken voor het konijn."
 

Teun:
Nou ik snap er niets van.


Gelaarsde Kat:

Dat hoeft ook tenminste niet nu als je het straks maar begrijpt. Pas op het is glad hier. Durf jij te glijden?


Teun:

Nou nee ik ben geen kat jullie komen altijd op je pootjes terecht. Let goed op hoe ik dat doe.


Gelaarsde Kat:

Kom op baas laat je niet kennen, kijk mij nou ik lijk wel een kat dat had je gedacht katten zijn veel slimmer dan mensen. Ik heb alweer iets bedacht om jouw rijk te maken kleed je uit en ga zwemmen,


Teun:

Kleed je uit en ga zwemmen? Maar ik heb geen zwembroek bij me.


Gelaarsde Kat:

Nou en dacht je nou echt dat de kinderen in de Efteling zitten te wachten op jouw blote billen? Nee toch kinderen?!?


zaal:

Nee!!!!!!!!!! (en een enkele ja!!)


Gelaarsde Kat:

Zie je nou, nee.


Teun:

Ja, maar ik hou me ondergoed aan want ik hoorde er ook een paar ja roepen. Hé je kunt hier staan! Kijk dan!


Gelaarsde Kat:

Precies zo als ik dacht de koning en z'n dochter. Majesteit help mijn meester, de Markies van Carabas, hij verdrinkt.


Teun:

Wat nou verdrinkt? Ik zoek allen maar m'n kleren.


Gelaarsde Kat:

He baas, speel dit spelletje nou even mee zo wordt je nooit rijk. Majesteit wat een toestand, mijn meester wilde met alle geweld een beetje gaan zwemmen, nu zijn al zijn dure markiezen kleren gestolen, hij heeft allen z'n ondergoed nog. Zo kan de markies toch niet over straat.


Koning:

Laat de kleermaker komen met nieuwe kleren voor de markies van Carabas.


Kleermaker:

M’n tafeltje waar is mijn tafeltje
 

Gelaarsde Kat:
Magiër we hebben nog een dienst meisje nodig?


Kleermaker:

M’n tafeltje waar is mijn tafeltje?


Gelaarsde Kat:

Een broek een jas, laarzen. Waar is de hoed? Waar is de hoed voor mijn meester de markies van Carabas?


Kleermaker:

Een hoed? Een hoed heb ik niet?


Gelaarsde Kat:

Mijn meester kan toch niet zonder een hoed? U moet er een voor hem gaan maken.


Kleermaker:

Ja zeg ik kan niet toveren


Magiër:

Maar ik wel dat moet je ook aan de vakman overlaten. Eens kijken een hoed? Is dit misschien wat? Alstublieft kat. Anders nog iets van je dienst?


Gelaarsde Kat:

Een dienstmeisje. Een dienstmeisje voor mijn meester de markies van Carabas.


Magiër:

De markies van wat? dat is toch gewoon Teun?


Gelaarsde Kat:

Ssssssst.


Magiër:

Oke ik zeg niets meer. Een dienstmeisje blond of donker?


Gelaarsde Kat
:
Donker dan maar? Zo gaat het goed mijn plan gaat lukken. Teun ze geloven me allemaal.


Teun:

Waar heb je het nou over en wat gebeurd hier nou allemaal?


Gelaarsde Kat:
Vertrouwd u maar op mij markies van Carabas. Hoogheden mag ik u alle uitnodigen voor een feest op het kasteel van de markies van Carabas.


Ik heb ze tuk

Het is precies de man voor m’n kind. (koning)
Het is een spetter die me verblind. (prinses)
Hoe lijf ik hem in?
Hoe krijg ik mijn zin, ‘k weet best waaraan ik begin.
’t Is een meer dan goeie partij, die man hoort bij mij.
die man moet erbij.


We hebben beet, we hebben beet, we hebben beet, (allen)
zo’n rijke edelman voldoet aan onze wensen.
Van alles wat hier gebeurt heb ik geen weet,
waarom krijg ik toch zoveel liefde van die mensen.


Die speelt heus niet alleen, heeft ‘ie goud of heeft ‘ie geld, (prinses)
bij adel wordt hoe ziet zo'n man eruit ook meegeteld.
We hebben beet, we hebben beet, we hebben beet,
kijk toch hoe schitterend dit heerschap is gekleed.


Zie je wel het is gelukt, het is gelukt. Zie je wel het is gelukt (Gelaarsde Kat)
heb ze tuk, tuk, tuk, tuk, tuk, tukketukketukke tuk tuk tuk tuk tuk
tukketukketukke tuk tuk tuk tuk tuk tukketukketukke tuk.


Nu alleen nog een kasteel een groot kasteel
met lakeien nee geen drie maar heel erg veel
dan heb ik ze pas echt tuk tuk tuk tuk tuk tuk tukketukke tuk.


Miauw!!


Boeren en boerinnen:

Maai, maai,
zwaai, zwaai,
maai, maai.



Gelaarsde Kat:

Beste boeren en boerinnen is dit niet het land van jullie baas het verschrikkelijke monster kunnen jullie mij helpen? Zo dadelijk komt de koning voorbij met zijn vriend de markies van Carabas, doe mij een lol en doe net of al dit land van hem is. Oké?


Boeren en boerinnen:

Het wuivende graan,
dat u ziet staan,
allemaal van de Markies.


Kleigrond tot zand,
boompje of plant.
Al het wijngebied, dat is zijn gebied.


Ver in het rond,
vruchtbare grond.
Allemaal van de Markies.


Elk gewas dat ik zaai,
al het koren dat ik,


Maai, maai, voor de Markies,
zwaai zwaai, voor de Markies.
Maai maai voor de Markies, die van Carabas.


Monster:

Hoe haal je het in je katte kop om te zeggen dat de Markies van Carabas de eigenaar van al dit land is, het is van mij en van niemand anders! Net als dit kasteel ook die boeren zijn bij mij in dienst.


Gelaarsde Kat:

Grapje, grapje! Weet u wel dat overal in dit land met grote bewondering over u gesproken wordt?


Monster:

Is dat echt waar katertje wat leuk om te horen wordt er nog meer gezegd?


Gelaarsde Kat:

Mmja er zijn zelfs mensen die zeggen dat u een toverkracht bezit waar zelfs de Magiër niet aan kan tippen, dat u zich in allerlei dieren kunt veranderen. Kunt u dat?


Monster:

Natuurlijk let op daar komt 'ie!


Gelaarsde Kat:

Oeps foutje!!


Tovenaar:

Zo kat heb je nu je zin ik ben een leeuw en ik heb wel zin in kattenvoer ik eet je op in een haar.


Gelaarsde Kat:

Have a break, maar niet deze Kat. Uw toverkunst is echt fantastisch wat zal Hans Kazán jaloers zijn. Maar kunt u zich ook veranderen in iets kleins? In een muis bijvoorbeeld?


Tovenaar:

Een muis dat doe ik met m'n pink.


Gelaarsde Kat:

Ik heb hem tuk ik hem tuk.


Lakei:

Welkom hier majesteit in het kasteel van de Markies van Carabas u bent net op tijd daar komen de eerste gasten al, stel ze even aan u voor: Vadertje Tijd met Jonkvrouw Kandelaar, Grootvorst Vuur tot Vlammetje met de Freule van Maneschijn tot Rozengeur. Tot slot Hertog Hengelaar van Simmetje met Barones Geranium van Bloemenpot, wat ruikt ze toch weer heerlijk. En als eregasten van het bal de Gelaarsde Kat en de Magiër.


Prinses:

Oh markies ik kan u niet vertellen hoe zeer ik onder de indruk ben van alles wat ik heb gezien u kasteel u landerijen u kennissenkring.


Koning:

Zou het niet prachtig zijn als u als kroon op dit alles mijn dochter tot de uwe zal maken?


Teun:

Majesteit ik kan het niet geloven ik kan alleen maar zeggen: Ja ik wil!!!


-zwevende glas illusie (enkel het glas, niet zoals vorig seizoen)-


Magiër:

Hef het glas op het bruidspaar
Leve het bruidspaar!!


Genodigden:

Leve het bruidspaar!!


Leve de Markies van Carabas

Had je mij ook willen trouwen als ik niet zo'n mooi kasteel,
en niet al die landerijen had gehad? (Teun)
Had je mij ook willen trouwen als ik hooguit maar een deel,
van hetgeen dat ik nu bezit bezat. (prinses)


Echt ook als jij geen prinses geweest was zou ik ook alleen,
enkel alleen ook maar met jou hier willen staan. (Teun)
Ook al ben je dan Markies, toen ik je zag wist ik meteen,
ook al heeft die man geen cent, ik durf het aan. (prinses)


Alleen met jou, alleen met jou,
met niemand anders zou ik zoiets doen.
Alleen met jou, alleen met jou,
alleen met jou. (Teun en de prinses)


Leve de Markies van Carabas
leve onze dienaar de Gelaarsde Kat.
Zing het bruidspaar toe en hef het glas,
was er ooit een paar dat zo heeft liefgehad.
Het moet geen betoog, zij leven hoog!


Gelaarsde Kat:

En ze leefde nog lang en gelukkig en ik ook Miauw.
 


Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen

Heks:
Aaaahh aah ahh aaaaahhh


Dwergen:

We hadden haar nooit alleen mogen laten, arme Sneeuwwitje nu is ze ook nog verdwenen, de verschrikkelijke heks eerst de giftige appel en nu dit.


Magiër:

He dwergen wat is er aan de hand?


Dwerg:

Onze Sneeuwwitje is verdwenen dat heeft die gemene heks gedaan.


Magiër:

Weer die heks die denkt zeker dat ik niks anders te doen heb. Oké tijd voor echte magie.


-Magier geeft een handkus aan Sneeuwwitje waarna zij wakker wordt-

-Sneeuwwitje kust Magiër-


Magiër:

Zeg dat maar niet tegen de prins wordt hij jaloers. Hé dwergen zijn jullie weer blij?


Blij (refrein)


Bubububu du B-L-IJ


Mijn rechterhand is blij,
mijn linkerhand is blij.
Ik steek ze in de lucht
en schut met allebei.
Een hele grote lach
maakt een hele blije snuit.
We dansen in de rondte
en we maken veel geluid


We zijn zo blij, blij, blij
Blij, blij, blij,
Ik voor jou
en jij voor mij.


Heks:

Aaaahh aah ahh aaaaahhh


-"zweef illusie"-


Tafeltje dek je! Ezeltje strek je! (Knuppel uit de zak!)


Kleermaker:

Zo geitje heb je vandaag lekker kunnen grazen.


Geitje:

Nee alweer niet het was vandaag de beurt van u dochter Sherida om me te laten grazen maar euhh ik wacht nog steeds op haar.


Kleermaker:

En gisteren dan? Heb je gisteren niet lekker je buikje rond gegeten.


Geitje:

Gisteren? Gister was het de beurt van u zoon Rigobert, maar denk maar niet dat ik hem gezien heb. Nee, ik heb mooi honger staan leiden!


Kleermaker:

Hoe is het toch mogelijk? Kip, wil jij geit begeleiden bij het grazen?! Hoe vaak heb me kinderen niet gezegd dat ze goed moeten zijn voor de dieren. Heh, verrek ik moet hierdoor. Stelletje labbekakkers nu zit het me tot hier nu is er vandaag wéér niemand met de geit uit geweest!! Luie donders die jullie zijn.


Rigobert:

Wel waar. Ik ben gister nog geweest.


Sherida:

En ik eergister nog


Kleermaker:

En nog liegen ook nou word ie helemaal mooi ik gooi jullie mijn huis uit. Eruit! En jij ook. Je ziet maar dat je je eigen boterham kunt verdienen ga maar een vak leren. Rigobert wordt bij maar meubelmaker en Sherida wordt jij maar molenaar. Ik heb genoeg van jullie, stelletje hooligans. Dat noemt zich dierenvrienden, tsss. Zo lief geitje je zult nu wel genoeg hebben voor een paar dagen.


Geitje:

Genoeg, genoeg hoe had ik mijn buikje moeten vullen.
Er was geen gras om van te smullen.


Kleermaker:

Geen gras??


Geitje:

Nee het leek de ArenA wel!! Ik ben de enige die er zijn buik níet vol van heeft.


Kleermaker:

Was er geen gras? Maar geitje, je staat gewoon te jokkebrokken. Ik heb met mijn eigen ogen gezien hoe je stond te smikkelen en nu zeg je......., zouden mijn kinderen dan toch? Heb ik ze voor niets het huis uit gegooid? Geit je verdiend het niet bij me te wonen zoek je eigen weg en laat je nooit meer bij me huisje zien.


Magiër:

Ja, en zo begint het verhaal "Tafeltje dek je! Ezeltje strek je!". De zoon en dochter van de kleermaker trekken de weide wereld in volgen de raad van hun boze vader op.


Meubelmaker:

Ah, magiër u komt als geroepen ik wilde net dit tafeltje aan mijn knecht Rigobert geven. Rigobert jij hebt al die jaren hard voor me gewerkt jij krijgt van mij dit tafeltje.


Rigobert:

Een tafeltje? Wat moet ik nou met een tafeltje?


Magiër:

Wacht even tot ik hem betovert heb ik denk dat je er dan wel blij mee bent. Jongens en meisjes willen jullie mij even helpen? Als ik zeg blazen, dan blazen jullie allemaal heel hard naar dit tafeltje. Zijn jullie er klaar voor?


zaal:

Ja!!


Magiër:

Ik hoor jullie niet!!


zaal:

JAAAAH!!!!!


Magiër:

Als ik zeg blaas dan blazen jullie naar het tafeltje. Blaas blaas.


Rigobert:

magiër heel bijzonder hoor zo’n zwevende tafeltje hè maar wat moet ik ermee?


Magiër:

Maar het niet alleen maar een zwevend tafeltje, dit tafeltje heeft nu ook magische krachten. Iedereen zou dit tafeltje wel willen hebben. Het zou zich altijd dekken met het heerlijkste gerechten. Je hoeft alleen maar te roepen tafeltje dekje en meteen staan de lekkerste gerechten op tafel, taarten, limonade, gebraden kippen…


-kippen gekakel-


Magiër:

Dat wordt geen Chicken Tonight Rigobert.


Rigobert:

Dat ga ik meteen aan mijn vader laten zien. Wat zal hij trots op mij zijn. Hey, een dief!!! Houd de dief!!!


Magiër:

Ik ga die dief is ouderwets afstraffen. Aha haa haaaaaa!!!!!!


Molenaar:

Nou Sherida, sinds je vader je het raam heeft uitgegooid heb je heel wat geleerd, alle geheime van het molenaarsvak heb je onder de knie. Je kunt een eigen molen gaan beginnen.


Sherida:

Maar die kan ik niet betalen.


Molenaar:

Dat kun je wel kijk maar wat ik voor je heb een ezel.


Sherida:

Dat is erg aardig van u maar ik heb helemaal geen geld om een molen te beginnen, ik heb niet eens geld om die ezel eten te geven. En wat moet ik trouwens met een ezel? Ze eten de oren van je kop maken een hele hoop herrie en poepen de hele dag.


Molenaar:

Inderdaad deze ezel poept ook de hele dag, maar dit is een goudezel als je zegt: 'Ezeltje Strek Je!' dan rollen er van achteren goudstukken uit. Geef hem genoeg te eten en hij zal je rijk maken.


Sherida:

Echte goudstukken??


Molenaar:

Ik zal het je laten zien of wat nog beter is doe het maar zelf houd zijn staart omhoog en roep: 'Ezeltje Strek Je!
 

Molenaar:
Loop maar even om dan laat ik het je zien. Met deze ezel krijg je geen kleine bijdragen je krijgt meteen de hele molen want dit is een goud ezel als je zegt: 'Ezeltje Strek Je dan rollen er van achter goudstukken uit.


Sherida:

 Zal mij benieuwen. Ezeltje strek je!!! Dit moet ik meteen aan mijn vader laten zien. Wat zal mijn vader hiervan vinden wat zal mijn vader er van vinden van m'n vak?


Wat zou mijn vader vinden van het vak
(door Rigobert & Sherida)

Wat zou mijn vader vinden van het vak,
mijn hele ziel mijn hele zaligheid,
Wat zou mijn vader vinden van het vak,
van mijn keus, voor altijd


Wij, wij gaan nu vlug,
naar vader terug,
eens zien wat hij zegt.
Hij, hij heeft ons ooit,
het huis uit gegooid,
maar meende het niet echt.


Zou hij niet trots zijn dat ik hem nu alle soorten meubels geven kan?! (Rigobert)
Zou hij niet trots zijn als hij hoort dat ik al molenaar door het leven kan?! (Sherida)


Wat je ook doet,
je moet er blij mee zijn,
want je moet dat levenslang.
Wat je ook kiest je moet er vrij in zijn,
je verliest onder dwang.


(Danssolo)


Wat je ook doet,
je moet er blij mee zijn,
want je moet dat levenslang.
Wat je ook kiest je moet er vrij in zijn,
je verliest onder dwang.
Wees niet bang!!!


Kleermaker:

Nee maar m'n kinderen zijn terug.


Sherida:

Vader we zijn er weer.


Kleermaker:

M’n dochter m’n zoon vertel eens wat is er van jullie geworden?


Rigobert:

Ik ben meubelmaker geworden en ik heb voortaan altijd te eten.


Kleermaker:

Betaalt dat meubelmakers vak dan zo goed?


Rigobert:

Natuurlijk niet vader dat niet maar ik heb een 'Tafeltje Dek Je' waardoor ik altijd verzekerd ben van lekker eten.


Kleermaker:

Mmmmm en jij m'n dochter wat is er van jouw geworden?


Sherida:

Ik ben molenaar geworden en rijk.


Kleermaker:

Rijk? Maar van het molenaars bestaan wordt je toch niet rijk?.


Sherida:

Nee maar wel van de ezel die ik heb gekregen als ik zeg: 'Ezeltje Strek Je!' dan rollen der goudstukken uit.


Kleermaker:

Dat wil ik zien en ik niet alleen ik laat iedereen hier op de Droomwei ervan mee genieten. Alle gasten verzamelen!! Alle gasten verzamelen!! Mijn zoon en dochter zijn terug en jullie moeten zien wat ze hebben meegebracht. Mijn zoon heeft bijvoorbeeld een tafeltje dat kan dekken met de heerlijkste gerechten

Wolf:
Nou laat maar zien dan.  



Sneeuwwitje:
Hallo waar zijn ze nou? Hebben jullie mijn dwergen gezien? Waar kunnen ze toch zijn hun bedjes waren leeg.


Wolf:

Wie raakt er nou zeven dwergen kwijt?


M
oeder Geit:

Zeg doe jij eens even aardig tegen dat arme kind, kom maar hier schat, wat verschrikkelijk misschien moeten we de Magiër roepen hij kan ons wel helpen. Want die kan toch toveren?  


Sneeuwwitje:

ja goed idee want hij heeft mij terug getoverd en de heks laten verdwijnen


Rigobert:

En de dief van mijn tafeltje gehalveerd


Prins:

En mijn assepoester weer terug gehaald.


Grietje:

Hij is echt geweldig.


Wolf:

Ja een echt sprookjes figuur ken niet zonder Magiër.


Moeder Geit:

Kán niet zonder Magiër


Wolf:

Dat zeg ik... Magiër!


Magiër:

Werd ik geroepen?


Moeder Geit:

Goed dat u er bent, Sneeuwwitje is ontroostbaar de dwergen zijn verdwenen.


Magiër:

Maak je geen zorgen pop, dat komt wel goed. Alle dwergen zijn in deze magische centrifuge gewassen en gedroogd en weet je wat ze zijn niet eens gekrompen. Hier komen ze.


Blij (Dwergenlied)


Bubububu du B-L-IJ


Mijn rechterhand is blij,
mijn linkerhand is blij.
Ik steek ze in de lucht
en schut met allebei.
Een hele grote lach
maakt een hele blije snuit.
We dansen in de rondte
en we maken veel geluid


We zijn zo blij, blij, blij
Blij, blij, blij,
Ik voor jou
en jij voor mij.


In de morgen ben ik blij
met de bloemen in de wei.
In de middag schijnt de zon
en die staat alleen voor mij
In de avond eet ik veel
m'n hele buikje vol
Dan ga ik lekker slapen
ik ben moe van al die lol


We zijn zo blij, blij, blij
Blij, blij, blij,
Ik voor jou
en jij voor mij.


Bubububu bu B-L-IJ


Mijn rechterhand is blij,
mijn linkerhand is blij.
Ik steek ze in de lucht
en schut met allebei.
Een hele grote lach
maakt een hele blije snuit.
We dansen in de rondte
en we maken veel geluid


We zijn zo blij, blij, blij
Blij, blij, blij,
Ik voor jou
en jij voor mij.


Kleermaker:

Sneeuwwitje is weer helemaal gelukkig met z’n zeven dwergen. Nee jullie moeten niet weg gaan kom terug!!! Mijn dochter heeft ook nog Goudezel.


Wolf:

Een Goudezel wat mag dat zijn.


Sherida:

Dat is een ezel waaruit achteren,  goudstukken komen.


Wolf:

Dus zo gezegd een ezel die Euro’s poept, waarom kan jij dat niet?


Prins:

En waar is die ezel dan?


Sherida:

Hier boven. Kijk allemaal heel goed naar de ezel en beleef het wonder mee, daar gaat ie ezeltje strek je!!!


Hou je geintjes voortaan voor je, wij staan hier nu mooi voor aap.
Kijk een sprookjesprins die hoor je niet te storen in z'n slaap.
Hans en Grietje en Roodkapje zeggen hier bij simpelweg,
hou ons niet meer voor het lapje, laat me leggen waar ik leg


Kleermaker:

Ja mijn zoon heeft nog tafeltje die zich zelf kan dekken met de heerlijkste gerechten.


Wolf:

Ja ja dat moeten wij geloven. Jij met al je mooie praatjes, klinkt meer iets voor die Magiër! Die jongen die komt er wel.


Magiër:

Hè bedankt he wolf, maar Sherida je hoeft toch niet te huilen die ezel heeft gewoon honger en daarboven is niet genoeg te eten. Een ezel moet kunnen grazen in het gras.


Sherida:

Maar een ezel kan toch geen trappen lopen?


Magiër:

Maar we zijn toch op de Efeling heb je nooit gehoord van het vliegend tapijt? Kijk maar…


Sherida:
Eens kijken of hij het nu wel doet. Daar gaat ie: Ezeltje Strek Je!!!


Kleermaker:

En zo leven we allemaal nog lang en gelukkig wat jij kat?


Gelaarsde Kat:

Miauw ik heb een heerlijk leven op het kasteel en Teun de Markies van Carabas is heel gelukkig met zijn prinses.


Magiër:

Zeg kat is ze nu al in verwachting?


Sneeuwwitje:

Ja dat is zo gezellig kleintjes in huis ik ben zo blij dat de dwergen weer terug zijn en dat we niet meet bang hoefden te zijn voor die gemene keks. Bedankt voor alles Magiër.


Rigobert:

Wat een geweldig einde dat moeten we vieren.


Sherida:

Ik ben rijk dus geld genoeg.


Magiër:

Als je maar niet belegd in aandelen.


Sherida:

Nee ik geef en groot feest op de Droomwei!!!!


Magiër:

Goed idee dan ga ik onze Eregast halen!!


In de Efteling voelt iedereen zich rijk


Als je zo een ezel in de wei hebt staan,
weet je dat je aardse zorg voorbij zal gaan.
Altijd vol op centjes,
nooit meer die momentjes,
van hoe knoop ik de eindjes aan elkaar.


Maar je kunt dit leven ook wel zonder geld,
geld maakt niet gelukkig wordt verondersteld.
Vaak kun je met dromen,
heel wat verder komen,
maak die dromen hier vandaag dus waar.


('Pardoes-illusie')


In de Efteling voelt iedereen zich rijk,
miljonair, miljardair.
Wie de Efteling betreed voelt zich gelijk,
miljonair, miljardair.


Of een toverstaf, jou vleugels gaf,
nee zo'n dagje hier neemt niemand je meer af.
Het geldt voor boven en voor onder de Moerdijk,
in de Efteling, in de Efteling voelt iedereen zich rijk.


In de Efteling voelt iedereen zich rijk,
miljonair, miljardair.
Wie de Efteling betreed voelt zich gelijk,
miljonair, miljardair.


Of een toverstaf, jou vleugels gaf,
nee zo'n dagje hier neemt niemand je meer af.
Het geldt voor boven en voor onder de Moerdijk,
in de Efteling, in de Efteling voelt iedereen zich rijk.


Met dank aan Kevin Olfers