Voorpagina « W.E.S. 2002 [Teksten]


Op deze pagina vindt je de gehele tekst van de Wonderlijke Efteling Show zoals deze in 2002 is opgevoerd (met Hans Klok). Alle letterlijke dialogen en songteksten. Bij de liedjes staan soms namen tussen haakjes achter een regel, dit houd in dat die regel die die persoon wordt gezongen. Als er niets staat dan wordt het door iedereen gezongen.
 

Op de Droomwei (inleiding)
 

Gelaarsde Kat:
Weten jullie wie wij zijn? Dat zal ik jullie vertellen, dit hier is de kleermaker uit "Tafeltje dek je! Ezeltje strek je!"
 

Kleermaker:
En dit is de Gelaarsde Kat.
 

Gelaarsde Kat:
En dit is mijn trompet en nu willen jullie natuurlijk weten waarom ik er op blies.
 

Kleermaker:
Nou gewoon omdat ik zij blaas erop.


Gelaarsde Kat:

Nee hoor om onze gasten hier in de woonwagens waker te maken. Willen jullie weten wie die gasten zijn? Dat zijn allemaal sprookjesfiguren omdat de Efteling vijftig jaar bestaat mogen ze hier een paar dagen logeren op de Droomwei van het grote Sprookjesbos


Kleermaker
:
Roodkapje is er, en de Moeder van de Zeven Geitjes, de Boze Wolf, die is vegetariër geworden en nu de dikste maatjes met moeder geit ze zijn op mekaar.


Gelaarsde Kat:

En dan hebben we nog de Heks en Klein Duimpje en Sneeuwwitje en Hans & Grietje en de Prins en Assepoester ze zijn er allemaal kijk daar komen ze!


Op de Droomwei

Dit noem ik pas een feest
ik spreek ook namens  Assepoes
dit is compleet iets anders voor ons beide,
Hier is geen kaviaar,
alleen patat met appelmoes
geen trommen geen vervelende lakeien.
Het baden in champagne heb ik hier geen dag gemist
gewoon de koude kraan erop dan voel je je verfrist.
Zo samen op een luchtmatras dat is voor mij geluk
moedergeit wordt het spektakelstuk


Dit is de plek waar heel 't sprookjesland elkaar ontmoet
je weet niet wat je ziet op de droomwei.
Roodkapje en de heks, de boze wolf  het blauwe bloed,
je weet niet wat je ziet op de droomwei.
De sprookjesprins gooit hier alleen voor het plezier
z'n koninklijke remmen even los
op de Droomwei, op de Droomwei, van het grote Sprookjesbos


Hier hoef je niet op chic, hier zit echt geen strijkkwartet,
hier hoef je niet de koets in om te wuiven,
Hier zit je niet rechtop, aan weer een ander staatsbanket
je kan gewoon een kippenpootje kluiven
hier heb ik Hans en Grietje liefdevol geadopteerd
nooit heeft de heks gelachen maar nu heeft ze het geleerd
Klein Duimpje en Roodkapje worden hier misschien een paar
op de Droomwei worden sprookjes waar.


Hier ligt de prins van Asspoes te dollen met de heks
je weet niet wat je ziet op de Droomwei
dit is ook een idee voor onze Maxima en Lex
je weet niet wat je ziet op de Droomwei
Hier heeft naast moeder geit, de wolf zich neergevlijd
voor een middagdutje op het groene mos
op de Droomwei, op de Droomwei, van het grote Sprookjesbos


Op de Droomwei


Prins:
Ooh, nee!!


Hans:

wat is er?


Grietje:

Waarom ben je zo bedroefd?


Prins:

Oh, Hans oh Grietje mijn vrouw, prinses Assepoes is weg.


Gelaarsde Kat:

Laten we allemaal gaan zoeken, sneeuwwitje kijk jij daar en heks ga jij de zaal maar in.


Klein Duimpje:

De Stiefmoeder, dat moet de Stiefmoeder gedaan hebben!


Gelaarsde Kat:

Klein Duimpje heeft gelijk we moeten de Magiër roepen doe allemaal even mee! Magiër, Magiër Magiër!


-Magiër komt op-


Prins:

Maar beste Magiër hoe kan dit? Mijn prinses is weer het sloofje van vroeger ze was zo mooi en nu ben ik weer terug bij af.


Heks:

En zij ook, moet je kijken hoe ze eruit ziet!


Wolf:

Dat moet zij zeggen!


Magiër:

Rustig rustig, laat mij maar even. 


De Gelaarsde Kat


Magiër:

Zo en nu wil ik wel eens weten uit welke sprookje jullie twee zijn?


Gelaarsde Kat:

Zie je dat dan niet ik ben de Gelaarsde Kat


Kleermaker:

En ik ben de kleermaker uit "Tafeltje dek je! Ezeltje strek je!"
 


De tovenaarMagiër:
Oké dan is dat duidelijk naar welke sprookje willen we eerst kijken, eerst jouw verhaal kat. Luister... De kat woonde tot verkort bij een molenaar en z'n drie zonen maar de goede man is helaas overleden alles wat hij bezat dat was niet veel hoor maar hij liet het naar aan zijn drie zonen, de oudste kreeg de molen de middelste kreeg de DVD-speler en de derde Teun, Teun kreeg de kat.


Teun:

Oooh lieve kat m'n egotistisch broers hebben me het huis uit geschopt en nu ben jij het enige levende wezen dat me lief is.


Gelaarsde Kat:
Maar baas dat is toch geen enkele reden om treurig te zijn jij bent altijd goed geweest voor mij nu is het mij beurt om goed te zij voor jouw ik ga je rijk maken we gaan op reis volg me.


Teun:

Volg me? Hier door die konijnen keutels? Bah! vies!


Gelaarsde Kat:

Wat nou Bah! vies? Roep liever hoera want die konijnen keutels betekenen dan we vlak bij een konijnen hol zijn, had jij geen wortel bij je?


Teun:

Ja maar die wil ik houden voor als ik honger krijg.


Gelaarsde Kat:

Wat is nou lekkerder een wortel of een konijn, ik denk toch wel een… konijn? Alstublieft, meneer wordt op zijn wenken bediend daar kan geen frikadel tegen op.


Teun:

Hoor eens? Wat is dat?


Gelaarsde Kat:

De koninklijke garde komt eraan de wacht voor het paleis moet afgelost worden laten we gaan kijken. Ik krijg me daar toch een kanjer van een idee.


Koning:

Volgens de wet moet ik je laten opsluiten wegens orde verstoring maar volgens mijn hart moet ik je een goudstuk geven omdat je me zo hebt geamuseerd, wat doen we kinderen gevangenis of goudstuk?


zaal:

GOUDSTUK!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!


Koning:

Een goudstuk dus alsjeblieft.


Gelaarsde Kat:

Voor wat hoort wat kijk eens wat ik voor je heb majesteit namens mij meester de Markies van Carabas.


Koning:

Wat een leuke verassing wilt u uw meester hartelijk danken en zeggen dat ik hem met vreugde zal op peuzelen.


Gelaarsde Kat:

Mijn meester op peuzelen?


Koning:

Nee kat z'n konijn natuurlijk.


Gelaarsde Kat:

Ik zal hem danken en hem ook namens u hartelijke groeten. Zo en nou moet ik Teun op scharrelen want de grote reis gaat beginnen. Teun, Teun waar ben je! Kom tevoorschijn.


Teun:

Hier ben ik.


Gelaarsde Kat:

Teun we gaan op pad volg me. Ik moest je nog hartelijk bedanken van de koning.


Teun:

Mij danken van de koning.


Gelaarsde Kat:

Mmmja. Hij zei: "Wilt u uw meester hartelijk danken voor het konijn."


Teun:

Nou ik snap er niets van.


Gelaarsde Kat:

Dat hoeft ook tenminste niet nu als je het straks maar begrijpt. Pas op het is glad hier. Durf jij te glijden?


Teun:

Nou nee ik ben geen kat jullie komen altijd op je pootjes terecht. Let goed op hoe ik dat doe.


Gelaarsde Kat:

Kom op baas laat je niet kennen, kijk mij nou ik lijk wel een kat dat had je gedacht katten zijn veel slimmer dan mensen. Ik heb alweer iets bedacht om jouw rijk te maken kleed je uit en ga zwemmen,


Teun:

Zwemmen? Maar ik heb geen zwembroek bij me.


Gelaarsde Kat:

Nou en dacht je nou echt dat de kinderen in de Efteling zitten te wachten op jouw blote billen? Nee toch kinderen?!?


zaal:

Nee!!!!!!!!!!


Gelaarsde Kat:

Zie je nou nee.


Teun:

Ja, maar ik hou me ondergoed aan want ik hoorde er ook een paar ja roepen. Hé je kunt hier staan! Kijk dan!


Gelaarsde Kat:

Precies zo als ik dacht de koning en z'n dochter. Majesteit help mijn meester, de Markies van Carabas, hij verdrinkt.


Teun:

Wat nou verdrinkt? Ik zoek allen maar m'n kleren.


Gelaarsde Kat:

He baas, speel dit spelletje nou even mee zo wordt je nooit rijk. Majesteit wat een toestand, mijn meester wilde met alle geweld een beetje gaan zwemmen, nu zijn al zijn dure markiezen kleren gestolen, hij heeft allen z'n ondergoed nog. Zo kan de markies toch niet over straat.


Magiër:

Ja zo kan de markies ook niet over straat en daarom ben ik even wees te shoppen, -C&A- en heb deze kleren mee genomen.


Gelaarsde Kat:

Magiër we hebben nog een dienst meisje nodig?


Magiër:

Een dienstmeisje? Helemaal vergeten!


Gelaarsde Kat:

Ik heb ze tuk


Koning:

Het is precies de man voor m'n kind.


Prinses:

Het is een spetter die me verblind.
Hoe lijf in hem in?
Hoe krijg ik mijn zin, ‘k weet best waaraan ik begin.
’t Is een meer dan goeie partij, die man hoort bij mij.
die man moet erbij.


We hebben beet, we hebben beet, we hebben beet,
zo'n rijke edelman voldoet aan onze wensen.
Van alles wat hier gebeurt heb ik geen weet,
waarom krijg ik toch zoveel liefde van die mensen.


Die speelt heus niet alleen, heeft ‘ie goud of heeft ‘ie geld,
bij adel wordt hoe ziet zo'n man eruit ook meegeteld.
We hebben beet, we hebben beet, we hebben beet,
kijk toch hoe schitterend dit heerschap is gekleed.


Gelaarsde Kat:

Ik heb ze tuk, tuk, tuk, tuk, tuk, tukketukketukke tuk tuk tuk tuk tuk tukketukketukke tuk tuk tuk tuk tuk tukketukketukke tuk.
Help eens even allemaal mee, doe mee. (De kat staat dan midden in de zaal)


Boeren en boerinnen:

Maai, maai,
zwaai, zwaai,
maai, maai.


Gelaarsde Kat:

Beste boeren en boerinnen jullie moeten mij even helpen zo dadelijk komt de koning voorbij met zijn vriend de markies van carabas, doe mij een lol doe net of al dit land van hem is. Oké?


Leve de Markies van CarabasBoeren en boerinnen:
Het wuivende graan, 
dat u ziet staan, 
allemaal van de Markies.

Kleigrond tot zand, 
boompje of plant. 
Al het wijngebied, dat is zijn gebied.


Ver in het rond,
vruchtbare grond.
Allemaal van de Markies.


Elk gewas dat ik zaai,
al het koren dat ik,


Maai, maai, voor de Markies,
zwaai zwaai, voor de Markies.
Maai maai voor de Markies, die van Carabas.


Tovenaar:

Hoe haal je het in je katte kop om te zeggen dat de Markies van Carabas de eigenaar van al dit land is, het is van mij en van niemand anders! Net als dit kasteel ook die boeren zijn bij mij in dienst.


Gelaarsde Kat:

Grapje, grapje! Weet u wel dat overal in dit land met grote bewondering over u gesproken wordt?


Tovenaar:

Is dat echt waar katertje wat leuk om te horen wordt er nog meer gezegd?


Gelaarsde Kat:

Mmja er zijn zelfs mensen die zeggen dat u een toverkracht bezit waar zelfs Hans Klok niet aan kan tippen, kunt u dat eens laten zien?


Tovenaar:

Natuurlijk let op daar komt 'ie! Ik ben veranderd in een leeuw en niet Loekie de Leeuw. Kom hier kat ik grijp je ik eet je op met huid en haar. Het is zaterdag het is kattendag!!! En wat vond je ervan?


Gelaarsde Kat:

Fantastisch wat zal die Hans Kazàn jaloers zijn! Maar euhh, kunt u ook veranderen in iets kleins, een muis bijvoorbeeld?


Tovenaar:

Een muis dat doe ik met m'n pink.


Gelaarsde Kat:

Ik heb hem tuk ik hem tuk. Welkom hier majesteit in het kasteel van de Markies van Carabas u bent net op tijd daar komen de eerste gasten al, stel ze even aan u voor: Vadertje Tijd met Jonkvrouw Kandelaar, Grootvorst Vuur tot Vlammetje met de Freule van Maneschijn tot Rozengeur. Tot slot Hertog Hengelaar van Simmetje met Barones Geranium van Bloemenpot, wat ruikt ze toch weer heerlijk.


Prinses:

Oh markies ik kan u niet vertellen hoe zeer ik onder de indruk ben van alles wat ik heb gezien u kasteel u landerijen u kennissenkring.


Koning:

Zou het niet prachtig zijn als u als kroon op dit alles mijn dochter tot de uwe zal maken?


Teun:

Majesteit ik kan het niet geloven ik kan alleen maar zeggen: Ja ik wil!!!


Leve de Markies van Carabas

Had je mij ook willen trouwen als ik niet zo'n mooi kasteel,
en niet al die landerijen had gehad? (Teun)
Had je mij ook willen trouwen als ik hooguit maar een deel,
van hetgeen dat ik nu bezit bezat. (prinses)


Echt ook als jij geen prinses geweest was zou ik ook alleen,
enkel alleen ook maar met jou hier willen staan. (Teun)
Ook al ben je dan Markies, toen ik je zag wist ik meteen,
ook al heeft die man geen cent, ik durf het aan. (prinses)


Alleen met jou, alleen met jou,
met niemand anders zou ik zoiets doen.
Alleen met jou, alleen met jou,
alleen met jou. (Teun en de prinses)


Leve de Markies van Carabas
leve onze dienaar de Gelaarsde Kat.
Zing het bruidspaar toe en hef het glas,
was er ooit een paar dat zo heeft liefgehad.
Het moet geen betoog, zij leven hoog!


Magiër:

Dit sprookje is gelukkig goed afgelopen zo zie je maar, tijd voor een beetje mystery!!!




Tafeltje dek je! Ezeltje strek je! (Knuppel uit de zak!)


In een wei

In een wei, in een wei.
In een wei, in een wei.


In een weitje, in een weitje,
staat een varken naast een geitje,
staat een kippetje te eten naast een koe.
Zonder beker, zonder bordje,
zonder slabbetje of schortje,
ook bestek is voor een dier teveel gedoe.


Geen servet voor vieze vlekken,
onze mond doet al het werk.
Waar zo even nog een plant of struikje stond,
zie je hier wat kale plekken,
iedere zondag na de kerk
Eten wij hier met z'n vieren,
steeds ons buikje rond/mals.


Meh Mekkemekkemekke meeeh (Geitje)
Koe boetje koetje koetje boe, (Koe)
knor knorreknorreknorre knor. (Varken)
Tok tokketokketokke tok. (Kip)


In een wei, in een wei.
In een wei, in een wei.


Kleermaker:

Zo geitje heb je vandaag lekker kunnen grazen.


Geitje:

Nee alweer niet het was vandaag de beurt van u dochter Sherida om me te laten grazen maar euhh ik wacht nog steeds op haar.


Kleermaker:

En gisteren dan? Heb je gisteren niet lekker je buikje rond gegeten.


Geitje:

Gisteren? Gister was het de beurt van u zoon Rigobert, maar denk maar niet dat ik hem gezien heb. Nee, ik heb mooi honger staan leiden!


Kleermaker:

Hoe is het toch mogelijk? Kip, wil jij geit begeleiden bij het grazen?! Hoe vaak heb me kinderen niet gezegd dat ze goed moeten zijn voor de dieren. Heh, verrek ik moet hierdoor. Stelletje labbekakkers nu zit het me tot hier nu is er vandaag wéér niemand met de geit uit geweest!! Luie donders die jullie zijn.


Rigobert:

Wel waar. Ik ben gister nog geweest.


Sherida:

En ik eergister nog


Kleermaker:

En nog liegen ook nou word ie helemaal mooi ik gooi jullie mijn huis uit. Eruit! En jij ook. Je ziet maar dat je je eigen boterham kunt verdienen ga maar een vak leren. Rigobert wordt bij maar meubelmaker en Sherida wordt jij maar molenaar. Ik heb genoeg van jullie, stelletje hooligans. Dat noemt zich dierenvrienden, tsss. Zo lief geitje je zult nu wel genoeg hebben voor een paar dagen.


Geitje:

Genoeg, genoeg hoe had ik mijn buikje moeten vullen.
Er was geen gras om van te smullen.


Kleermaker:

Geen gras??


Geitje:

Nee het leek de ArenA wel!!


Kleermaker:

Was er geen gras? Maar geitje, je staat gewoon te jokkebrokken. Ik heb met mijn eigen ogen gezien hoe je stond te smikkelen en nu zeg je......., zouden mijn kinderen dan toch? Heb ik ze voor niets het huis uit gegooid? Geit je verdiend het niet bij me te wonen zoek je eigen weg en laat je nooit meer bij me huisje zien.


Magiër:

Ja, en zo begint het verhaal dat in de wereld beroemd is geworden als het sprookje "Tafeltje dek je! Ezeltje strek je!". Kijk daar zie je zoon Rigobert die meubelmaker is geworden.


Rigobert:

Een tafeltje? Wat moet ik nou met een tafeltje?


Meubelmaker:

Ik zij toch dat het een heel bijzonder tafeltje is! Een Tafeltje dek je! De eerste keer heb je altijd de Magiër nodig om het tafeltje toverkrachten te geven en daarna kan iedereen het. Oh, daar is ie al.


Magiër:

Dat is een koud kunstje, dat is het eerste wat ik van Harry Potter heb geleerd. Ja! ik heb 2 jaar bij hem op school, Zweinstein, gezeten. Ik heb trouwens een paar boeken over hem geschreven, maar dat was niet zo'n succes. Maar goed, ik heb alleen de hulp nodig van alle kinderen. Willen jullie mij helpen?


zaal:

Ja!!


Magiër:

Willen jullie mij helpen?!?


zaal:

JAAAAH!!!!!


Magiër:

Als ik zeg blaas dan blazen jullie naar het tafeltje. Blaas blaas.
En da's géén IKEA! trouwens over IKEA gesproken er zit garantie op. Als je zegt 'Tafeltje dek je! dan dekt de tafel zich vanzelf.


Rigobert:

Dat ga ik meteen aan mijn vader laten zien. Wat zal ze trots op mij zijn. Hey, een dief!!! Houd de dief!!!


Magiër:

Ik ga deze dief eens middeleeuws afstraffen. Aha haa haaaaaaaaaaaaaaaaaa!!!!!!


Molenaar:

Nou Sherida, sinds je vader je het raam heeft uitgegooid heb je heel wat geleerd, alle geheime van het molenaarsvak heb je onder de knie. Je kunt een eigen molen gaan beginnen.


Sherida:

Maar die kan ik niet betalen.


Molenaar:

Dat kun je wel kijk maar wat ik voor je heb een ezel.


Sherida:

Een ezel? Wat moet ik nou met een ezel? Ik had liever een kleine bijdragen gehad om te sparen voor een eigen molen al was het maar een goudstuk.


Molenaar:

Loop maar even om dan laat ik het je zien. Met deze ezel krijg je geen kleine bijdragen je krijgt meteen de hele molen want dit is een goud ezel als je zegt: 'Ezeltje Strek Je dan rollen er van achter goudstukken uit.


Sherida:

Waar rollen die dan uit?


Molenaar:

Van achteren van onder z'n staart vandaan. Van onder z'n staart vandaan?


Sherida:

Maar daar komen toch geen goudstukken uit?


Molenaar:

Normaal niet maar wel bij een Goudezel ik zal het je laten zien. Of wat nog beter is, doe het maar zelf houd z'n staart omhoog en roep: Ezeltje Strek Je. Zal mij benieuwen. Ezeltje strek je!!! Wat zal mijn vader hier van vinden wat zal mijn vader er van vinden van m'n vak?


Wat zou mijn vader vinden van het vak
(door Rigobert & Sherida)

Wat zou mijn vader vinden van het vak,
mijn hele ziel mijn hele zaligheid,
Wat zou mijn vader vinden van het vak,
van mijn keus, voor altijd


Wij, wij gaan nu vlug,
naar vader terug,
eens zien wat hij zegt.
Hij, hij heeft ons ooit,
het huis uit gegooid,
maar meende het niet echt.


Zou hij niet trots zijn dat ik hem nu alle soorten meubels geven kan?! (Rigobert)
Zou hij niet trots zijn als hij hoort dat ik al molenaar door het leven kan?! (Sherida)


Wat je ook doet,
je moet er blij mee zijn,
want je moet dat levenslang.
Wat je ook kiest je moet er vrij in zijn,
je verliest onder dwang.


(Danssolo)


Wat je ook doet,
je moet er blij mee zijn,
want je moet dat levenslang.
Wat je ook kiest je moet er vrij in zijn,
je verliest onder dwang.
Wees niet bang!!!


Kleermaker:

Nee maar m'n kinderen zijn terug.


Sherida:

Vader we zijn er weer.


Kleermaker:

M'n zoon m'n dochter vertel eens vlug wat is er van jullie geworden?


Rigobert:

Ik ben meubelmaker geworden en ik heb voortaan altijd te eten.


Kleermaker:

Betaalt dat meubelmakers vak dan zo goed?


Rigobert:

Nee vader dat niet maar ik heb een 'Tafeltje Dek Je' waardoor ik altijd verzekerd ben van lekker eten


Kleermaker:

En jij m'n dochter wat is er van jouw geworden?


Sherida:

Ik ben molenaar geworden en rijk.


Kleermaker:

Rijk? Maar van het molenaars bestaan wordt je toch niet rijk?.


Sherida:

Nee maar wel van de ezel die ik heb gekregen als ik zeg: 'Ezeltje Strek Je!' dan rollen der goudstukken uit.


Kleermaker:

Dat wil ik zien en ik niet alleen ik laat iedereen hier op de Droomwei ervan mee genieten. Alle gasten verzamelen!! Alle gasten verzamelen!!


Sprookjesfiguren:

Wat is hier aan de hand? Is er brand? Moet dan nou midden in de nacht?


Kleermaker:

Zo Rigobert als jij je tafeltje nou vast klaar zet kunnen we ze meteen verbluft laten staan. Koninklijke Hoogheden en minderheden, mijn zoon heeft een tafel die zich zelf kan dekken met de heerlijkste gerechten die er bestaan en dat gaat hij ons nu laten zien.


Wolf:

Auhoe jam dat komt goed uit want mijn vriendin die heeft het gras veld op.


Rigobert:

Neemt u allemaal even plaats aan u tafel hef het glas en zeg samen met de kinderen van de Efteling tafeltje dek je!!!!


Kleermaker:

Nee niet weg gaan niet weg gaan!!! Mijn dochter heeft ook nog iets. Een Goudezel.


Wolf:

Een Goudezel wat mag dat zijn.


Sherida:

Dat is een ezel waaruit achteren, op commando,  goudstukken komen. !k ga alvast naar boven.


Wolf:

Dus zo gezegd een ezel die Euro’s poept, waarom kan jij dat niet?


Prins:

En waar is die ezel dan? Die staat op het balkon van de molen. Op het balkon? Een ezel hoort toch niet op het balkon? Richt u blik op de ezel en beleef het wonder mee, daar gaat ie dan ezeltje strek je!!!


Hou je geintjes voortaan voor je, wij staan hier nu mooi voor aap.
Kijk een sprookjesprins die hoor je niet te storen in z'n slaap.
Hans en Grietje en Roodkapje zeggen hier bij simpelweg,
hou ons niet meer voor het lapje, laat me leggen waar ik leg


Rigobert:

Sherida, je hoeft toch niet bedroeft te zijn die ezel heeft gewoon honger. Tja er is op het balkon gewoon niet genoeg eten.


Kleermaker:

Laten we hooi gaan verzamelen, misschien willen onze gasten en de kinderen van de Efteling wel even helpen, ga ze maar zoeken.


Sherida:

Zo ezeltje, ga maar lekker achter de molen staan dan kun je rustig eten. De kinderen hier in de Efteling zullen wel goed voor je zorgen. Toch kinderen?


Kleermaker:

Tja we kunnen niet blijven sjouwen. Als die ezel daar boven op het balkon blijft komt hij om van de honger en is onze goudmijn op vier benen mooi naar de knopen.


Rigobert:

Ja maar die ezel komt naar beneden.


Kleermaker:

Hoe dan kan hij soms ook vliegen?


Rigobert:

Nou, we zijn hier in de Efteling hoor! Ooit gehoord van een vliegend tapijt?


Sherida:

's Kijken of hij het doet. Roep allemaal in de zaal 'Ezeltje strek je!' op mijn teken. Daar gaat ie: Ezeltje Strek Je!!!
Nu ben ik heel rijk laat allemaal je mooiste kleding zien want ik heb een prachtig cadeau voor u weggaan er een feest van maken.


Als je zo een ezel in de wei hebt staan,
weet je dat je aardse zorg voorbij zal gaan.
Altijd vol op centjes,
nooit meer die momentjes,
van hoe knoop ik de eindjes aan elkaar.


Maar je kunt dit leven ook wel zonder geld,
geld maakt niet gelukkig wordt verondersteld.
Vaak kun je met dromen,
heel wat verder komen,

maak die dromen hier vandaag dus waar.


('Pardoes-illusie')


In de Efteling voelt iedereen zich rijk,
miljonair, miljardair.
Wie de Efteling betreed voelt zich gelijk,
miljonair, miljardair.


Of een toverstaf, jou vleugels gaf,
nee zo'n dagje hier neemt niemand je meer af.
Het geldt voor boven en voor onder de Moerdijk,
in de Efteling, in de Efteling voelt iedereen zich rijk.


In de Efteling voelt iedereen zich rijk,
miljonair, miljardair.
Wie de Efteling betreed voelt zich gelijk,
miljonair, miljardair.


Of een toverstaf, jou vleugels gaf,
nee zo'n dagje hier neemt niemand je meer af.
Het geldt voor boven en voor onder de Moerdijk,
in de Efteling, in de Efteling voelt iedereen zich rijk.


Met dank aan Kevin Olfers