Voorpagina « Sprookjesshow '05/'06 [Teksten]



Je kon er in het jaar 2005 bijna niet omheen: Hans Christian Andersen. In het 200ste geboortejaar van de Deense sprookjesschrijver, zijn tal van activiteiten in de Efteling opgezet om hier bij stil te staan. Eén daarvan is een gloednieuwe Efteling Sprookjesshow. En hoe kan het ook anders om ditmaal geen sprookjes van de Gebroeders Grimm te gebruiken, maar wel die van Hans Christian Andersen. De sprookjes die behandeld worden in deze show zijn: Het Lelijke Jonge Eendje en De Rode Schoentjes. Hieronder vind je alle letterlijke dialogen en songteksten. Bij de liedjes staan soms namen tussen haakjes achter een regel, dit houd in dat die regel die door die persoon wordt gezongen. Als er niets staat dan wordt het door iedereen gezongen.

Krantenjongen en meisje:
Extra Editie, Extra Editie!

Boekhouder:
Ja, goedemiddag allemaal. Welkom in Fabelstein. Ja hallo, ja daag. Ik ben de Boekhouder uit Fabelstein en welkom dat jullie er allemaal zijn. Ik zou even willen zeggen dat de mobiele telefoons uit moeten. Hè, ga jij je krant eens verkopen (tegen krantenjongen). Dus geen mobiele telefoons, en foto's maken mag ook niet nee daar doen we niet aan. Zal ik eens gaan vertellen wat we gaan doen? We gaan een beeld onthullen een standbeeld. Maar ik ga nog niet zeggen van wie! Nee, dat is een verassing. En dan ga ik eens even kijken... Oow het staat al klaar. Jah mensen in de Efteling Courant staat t ook allemaal u kunt het terug lezen wat we gaan doen. Ik zal eens kijken of onze burgemeester al klaar is. Ik geloof t nog niet. Even hier checken en daar. Ja ja ja ik geloof dat we zo kunnen beginnen.

Krantenmeisje:
Extra Editie, Extra Editie!!!

Boekhouder:
Ja, de extra editie hier op t dorpsplein, zijn we er klaar voor?

zaal:
bescheiden Ja!

Boekhouder:
Nou euhm, ik hoor helemaal niets hoor. Zijn jullie er klaar voor?

zaal:
volmondig Jaaaah!!

Boekhouder:
dan kunnen we nu….

Dorpsmeisje 1:
Zeg, wat is dat voor een herrie hier?

Boekhouder:
Nou nee. Weet u het an nog niet? We gaan een standbeeld onthullen.

Dorpsmeisje 1:

Een wat? Een beeld. Hahaha beeldig.

Dorpsmeisje 2:

Wat zegt u nou? Een beeld? Van wie dan?

Dorpsmeisje 1:

Van mij natuurlijk omdat ik het mooiste meisje van heel t dorp ben. Hahaha natuurlijk niet dat ben ik. Hum meiden gedraag zich en ga de burgemeester halen. Beste boeren, burgers en buitenlui mag ik een daverend applaus voor onze nieuwe burgermeester.

Andersen
Het echte beeld van Andersen in KopenhagenAndersen, Andersen hiep hoera voor Andersen.
Duizend sprookjes schreef hij neer,
vermaakte ons weer keer op keer.
Andersen, Andersen hiep hoera voor Andersen.
Ik lees al zijn sprookjes graag,
en daarom is het feest vandaag.

Andersen, Andersen hiep hoera voor Andersen.
Duizend sprookjes schreef hij neer,
vermaakte ons weer keer op keer.
Andersen, Andersen hiep hoera voor Andersen.
Ik lees al zijn sprookjes graag,
en daarom is het feest vandaag.

Wie kent niet het sprookje van t prinsesje op de erwt? (Dorpsmeisje 1)
Of een lelijk eendje dat een prachtig zwaantje werd. (Boekhouder)
Het meisje met de zwavelstokjes (Dorpsmeisje 1)
die werden gedoofd. (Boekhouder)
Ja die kwamen allemaal uit Andersen z'n hoofd. (Burgemeester)
Oh ik ben zo zenuwachtig, trek dat doek nu maar opzij. (Dorpsmeisje 2)
Eerst moet ik een toespaak houden dus luister nu naar mij. (Burgemeester)

Andersen, Andersen hiep hoera voor Andersen.
Duizend sprookjes schreef hij neer,
vermaakte ons toch keer op keer.
Andersen, Andersen hiep hoera voor Andersen.
Ik lees al zijn sprookjes graag,
en daarom is het feest vandaag.

En dan nu geachte bewoners en bezoekers van Fabelstein. De onthulling van de meester der sprookjes.. Hans Christian Andersen!!! (Burgemeester)

Andersen, Andersen hiep hoera voor Andersen.
Duizend sprookjes schreef hij neer,
vermaakte ons toch keer op keer.
Andersen, Andersen, Andersen.

Boekhouder:
Oh, het is gelukt, we hebben eindelijk feest.

Burgemeester:
Fascinerend hè, dat beeld? Tja 't kost een paar centen, maar dan heb je ook wat!


Hatsiekiedoe Hatsiekiedee (refrein)

Hatsiekiedoe Hatsiekiedee, ik ben de lieve Sprookjesfee,
Neem je gouden toverstaf, en tover met dit Feetje mee
Hatsiekiedoe Hatsiekiedee, ik ben de lieve Sprookjesfee,
Neem je gouden toverstaf... Pief, poef paf

Toffeetje:
Hallo!! Hallo!? Waar is iedereen toch het zou hier moeten. Weten jullie Hans Christian Andersen zou naar Fabelstein komen. Oh, ik ben toch zo benieuwd hoe hij eruit ziet. Hallo Meneer Andersen!! Hebben jullie hem misschien gezien?

Zaal:
Jaah!

Toffeetje:
Waar dan? Daar verhip dat zal hem vast zijn. Dag meneer Andersen ik ben Toffeetje de Sprookjesfee. En ik ken al uw sprookjes van voor naar achteren en van achteren naar voor. Stel mij één vraag en ik weet het antwoord. Euhh... Meneer Andersen? Dan moet u natuurlijk wel een vraag stellen. Oh, hij slaapt. Zal ik hem dan maar even wakker maken? Wat denken jullie, ja? Oké, daar gaat ie dan.

Hatsiekiedoe Hatsiekiedee (refrein reprise)
Hatsiekiedoe Hatsiekiedee, ik ben de lieve Sprookjesfee,
Neem je gouden toverstaf... Pief, poef, paf

-Beeld ontwaakt-

Beeld:
Wat gebeurt hier allemaal, zeg?

Toffeetje:
Ah, meneer Andersen u bent wakker.

Beeld:
Andersen, Andersen wie is dat nu weer?

Toffeetje:
Nou wordt ie mooi dat bent u!!!

Beeld:
Maar nee mevrouw, ik ben beeld.

Beeld:
En hoe heet die goede man ook alweer?

Toffeetje:
Hans Christian Andersen.

Beeld:
Andersen…. Nooit van gehoord, zeg tovert u mij maar weer terug in beeld ik zat net veelte gemakkelijk.

Toffeetje:
Dat gaat niet.

Beeld:
Dat gaat niet?

Toffeetje:
Nee, de betovering duurt precies één uur. Als de klok twaalf uur slaat wordt u vanzelf weer beeld.

Beeld:
Beeldig!! En wat moet ik tot die tijd doen dan he?

Toffeetje:
Aan mij uw prachtige sprookjes vertellen zodat ik ze hoor uit de mond van de meester zelf.

Beeld:
Nou goed dan ik heb toch niet veel te doen. Euhm, er was eens een meisje en ze heette Sneeuwwitje.

Beeld:
Ohnee? Wat zijn dan wel sprookjes van mij?

Toffeetje:
Dat staat in uw boek!!

Beeld:
Ow, ik had altijd al willen weten wat erin dat boek stond. En, Toffeetje zeg maar welk sprookjes je wilt horen.

Toffeetje:
Even denken de nieuwe kleren van de keizer, nee nee nee De Kleine Zeemeermin. Nee, nee Het Lelijke Jonge Eendje.

Beeld:
Ja, welk sprookjes wil je nu eigenlijk horen!?!

Toffeetje:
Het Lelijke Jonge Eendje.

Toffeetje:
Hatsiekiedokiedee!!!

Blij, blij, blij, (op de boerderij)
Blij, blij, blij, op de boerderij,
Nog heel even wachten en er komt er eentje bij.
Blij, blij, blij, op de boerderij,
Kijk de blijde moeder zit al op het eerste ei.

Het was op deze Boerderij dat Moeder Eend haar eieren aan het uitbroeden was (Beeld)

Dag mijn lieve kindjes jullie zijn zo lief en zacht.
Ja dit zijn échte kuikentjes waarop ik heb gewacht.
Dag mijn lieve kindjes, jullie zijn zo lief en zacht.
Dit zijn échte kuikentjes waarop ik heb gewacht.

Blij, blij, blij, op de boerderij,
Nog heel even wachten en er komt er eentje bij
Blij, blij, blij, op de boerderij,
Kijk de blijde moeder zit al op het tweede ei.

Tweede ei? Nee hoor, het derde, kijk maar... Eén, twee, drie. (Moeder Eend)
Zo waren al drie van de vier eieren uitgebroed, nu nog het vierde en grootste ei (Beeld tijdens refrein)

Blij, blij, blij, op de boerderij,
Nog heel even wachten en er komt er eentje bij
Blij, blij, blij, op de boerderij,
Kijk de blijde moeder zit al op het vierde ei.

Oh... Wat moet ik nu met jou (Moeder Eend)
Zo, had Moeder Eend, dus naast drie gewone eendjes een vreemde eend in de bijt.(Beeld)

Blij, blij, blij, op de boerderij,
Zie ze daar nu zitten vier eendjes op ene rij
Blij, blij, blij, op de boerderij,
Al past dat vierde eendje er eigenlijk niet bij.

Blij, blij, blij, op de boerderij,
Zie ze daar nu zitten vier eendjes op ene rij
Blij, blij, blij, op de boerderij,
Al past dat vierde eendje er eigenlijk niet bij.

Beeld:
Nu moest Moeder Eend nog vier namen verzinnen.

Moeder Eend:
Eens even kijken hoe ik jou ga noemen.

Kuiken 1:
Ik ben het eerste kuikentje, het eerste.

Moeder Eend:
Ja, ja. Kuiken Eén oh wat mooi en jij wordt?

Kuiken 2:
Ik ben het tweede kuikentje, het tweede.

Moeder Eend:
Ja, Kuiken Twee ook al zo mooi en jij?

Kuiken 3
Ik ben het derde kuikentje, het derde.

Moeder Eend:
Dan ben jij Kuiken Drie kwaak.

Koe 1:
Whuaaaaah, wacht eens even. Kuiken Eén, Kuiken Twee en Kuiken Drie

Koe 2:
maar dat is K3.

Allen:
Hahahahaha

Kuiken 4:
Mama en ik dan? Ik heb nog geen naam?

Koe 2:Ma nou moe wat is dat voor lelijk mormel.

Koe 1:
Ja dat is me er ééntje.

Koe 2:
Ja een lelijk eendje.

Moeder Eend:
Dat vind ik echt een heel mooie naam. Lelijk Eendje.

Toffeetje:
Maar dat is niet eerlijk.

Beeld:
Maar zo staat het geschreven Toffeetje.

Toffeetje:
Maar wat gebeurde er toen?

Beeld:
Iedereen liet Het Lelijke Jonge Eendje in de steek, en trok de weide wereld in en belande uit eindelijk in een groot bos. Zeg, Toffeetje doe jij ook in bossen?

Toffeetje:
Natuurlijk. Hatsiekiedokiedee!!!

Beeld:
Zo zwom Het Lelijke Jonge Eendje dagenlang rond in een vijver in de hoop erachter te komen wie het werkelijk was.

Toffeetje:
Wie was ze dan?

Beeld:
Dat staat achter het verhaal, maar ik weet wel dat ze heel alleen was als het ware een Alleendje.

Alleendje
Ik ben in mijn eentje, 't lelijke alleendje
was ik maar een tweetje dan was ik niet meer alleen
Ik ben in mijn eentje, 't lelijke alleendje
Oh, wat is de wereld toch gemeen, niemand om me heen
maar... alleen

Had ik maar een mamma, die mij het mooiste van de wereld vondt
die, als ik verdriet had, met haar vleugels voor me open stond
Was ik maar zo lelijk niet, zo lelijk als de nacht
dan zal er misschien wel iemand zijn, die aan mij dacht

Ik ben in mijn eentje, 't lelijke alleendje
was ik maar een tweetje dan was ik niet meer alleen
Ik ben in mijn eentje, 't lelijke alleendje
Oh, wat is de wereld toch gemeen, niemand om me heen
maar... helemaal alleen

Toffeetje:
Wat verschrikkelijk zeg en wat gebeur er nou met Het Lelijke Jonge Eendje?

Beeld:
Tja wat gebeurt er nu.. even kijken.

Moeder Zwaan:
Lotje kom mee want we moeten opzoek naar het verloren ei.

Lotje:
Maar mama er was hier nog een zwaantje.

Lelijk Eendje:
Een zwaantje? Ik ben een eendje een Lelijke Eendje.

Moeder Zwaan:
Maar nee je bent een zwaan net zoals wij maar heb jij geen moeder dan?

Lelijk Eendje:
Jawel, moeder eend die heeft mij in de steek gelaten omdat ik niet één van hem was.

Lotje:
Ow maar mama misschien zat zij wel in het verloren ei.

Moeder Zwaan:
Ja, als dat zo is dan ben jij mijn dochter, en dan ben ik je..

Lelijk Eendje:
Mamma..?

Moeder Zwaan:
Ja, kom maar bij mij ik heb je eindelijk gevonden.

Lelijk Eendje:
Mamma.

Moeder Zwaan:
Wat is er?

Lelijk Eendje:
Nu ik ook een zwaantje ben. Word ik dan later net zo mooi als jij?

Moeder Zwaan:
Maar natuurlijk. Jij bent geen Lelijke Eendje jij bent een prachtige zwaan.

Lelijk Eendje:
Ik ben zo blij!!!

Blij, blij, blij, (reprise)
Blij, blij, blij, op de boerderij,
Kijk die blije moeder met haar kindjes aan haar zij
Blij, blij, blij, op de boerderij,
Iedereen gelukkig; En het sprookjes is voorbij (Koe 2)

Toffeetje:
Eind goed al goed, oh er is al een half uur verstreken en ik heb maar pas één sprookjes gehoord, snel meneer Andersen ik wil nog een sprookje.

Beeld:
Oké, goed dan wat dacht je van de Zeemeermin op de Erwt?

Toffeetje:
Haha, het is de Prinses op de Erwt en De Kleine Zeemeermin, maar ik wil een ander sprookje horen, dat sprookje van De Rode Schoentjes.

Beeld:
De Rode Schoentjes eventjes zoeken ja hier heb ik hem.

Toffeetje:
Oké, wat moet ik toveren?

Beeld:
Niets!! Niets? Nou een klein meisje.

Toffeetje:
Hatsiekiedokiedee!!!

Karen met de Rode Schoentjes

Beeld:
Er was eens een meisje zo lief en zo klein,
ze droomde er van een prinsesje te zijn.
Prinsesje met schoentjes als kersen zo rood,
want nu waren haar kleine voetjes zo rood.

Geen vader geen moeder om voor haar te zorgen,
maar al haar problemen verdwenen die morgen.
Een koets en een rijke gravin kwam voorbij,
de vrouw vroeg aan t meisje: zeg wie ben jij? (Gravin)

'Karen', zo heet ik heb honger en kou,
heeft u wat brood en een deken mevrouw? (Karen)
Ik zal je helpen ik heb een idee,
spring in mijn koets en ga met me mee. (Gravin)

Toffeetje:
Waar gaan ze nou naar toe?

Beeld:
Ze gaan naar het landhuis van de gravin zo mooi landhuis had Karen nog nooit gezien.

Toffeetje:
Hatsiekiedokiedee!!!

Beeld:
En zo kwam Karen bij de gravin te wonen. Ze kreeg werkelijk alles wat ze maar wilden, mooie kleren, prachtig speelgoed. Maar er was maar één ding wat ze altijd maar wilden hebben war ze altijd al van had gedroomd.

Toffeetje:
Ik weet het, ik weet het mag ik het zeggen?

Beeld:
Nee, je mag kijken.

Gravin:
Zo, Karen hier heb je geld voor medicijnen, wees een lief kind en ga ze voor me halen.

Karen:
Mevrouw?

Gravin:
Is er iets, lief kind?

Karen:
Mag ik...

Gravin:
Wat wil je?

Karen:
Rode Schoentjes?

Gravin:
Rode Schoentjes ?

Karen:
Daar heb ik altijd al van gedroomd Rode Dansschoentjes als kersen zo rood dat ik kan dansen als een prinsesje.

Gravin:
Nee, nee nee nee. Daar komt niets van in Rode Schoentjes zijn uit den boze en zijn alleen bedoelt voor prinsessen. Nee meisje jij gaat medicijnen halen, hup hup.

Beeld:
En zo ging het meisje terug naar de stad,
terwijl ze er niet zo veel zin meer in had.
Ze liep door de straten en wat zag ze daar,
twee knal rode schoentjes een schitterend paar.
“Die wil ik hebben” zei Karen meteen,
met het geld in haar handen liep ze er he...

Toffeetje:
Stop!!!

Beeld:
Wat is er?

Toffeetje
Wie heeft dit geschreven?

Beeld:
Euhh... Hans Christian Andersen.

Toffeetje:
Maar dat kan toch niet! Dat verwende kind koopt met het geld voor de medicijnen Rode Schoentjes, terwijl die die gravin nog zo had gezegd dat dat niet mocht.

Beeld:
Ja maar dat staat in het boek.

Toffeetje:
Wat komt er nu?

Beeld:
Nou er komt een Fee.

Toffeetje:
Oh, een Fee die speel ik zelf wel even.

Beeld:
Zeg, Toffeetje wat ben je van plan?

Toffeetje:
Ik zal haar eens een lesje leren.

Karen:
Wie bent u?

Fee:

De fee en ik betover nu die twee zodat ze dansen eeuwenlang met alle muziekjes mee.Hatsiekiedokiedee!!! Beeld:
Er gebeurt niets.

Toffeetje:
Wacht nou maar af waar gaat ze nu naar toe?

Karen:
Ze? Ik ga naar de kerk de kerk.

Beeld:
Ja naar de kerk.

Toffeetje:
Nou goed idee Hatsiekiedokiedee!!!

Beeld:
En zo ging Karen met haar gloednieuwe Rode Dansschoentjes naar de kerk.

Pastoor:
Dominus Partris. Geachte gemeente en mensen in kerk en dan nu zal het lied weerklinken van het orgel. Zet maar in Gustave.

-melodie van de Rode Schoentjes weerklinkt uit het orgel-

Toffeetje:
Zie je nou wel de spreuk werkt de schoentjes zullen dansen op de muziek en nooit meer stoppen.

Pastoor:
Zeg meisje wil jij stoppen met dat dansen?

Karen:
Maar dat kan ik niet.

Pastoor:
Hoezo, dat kan ik niet je bent hier wel in de kerk hoor.

Karen:
Maar ik ben het niet die dansen wil, het zijn mijn schoentjes ze dansen vanzelf.

Pastoor:
Maakt dat de kat wijs. En hoe durf je met Rode Dansschoentjes de kerk binnen te komen. Stop! Verdwijn!!

Meisje uit de kerk:
Zeg meisje waarom ben jij zo raar aan het dansen midden op straat?

Karen:
Ik kan niet anders mijn schoentjes zijn betovert. Wat moet ik nou doen.

Beeld:
Ga naar de dansherberg dan val je niet zo op. Die Rode Schoentjes kunnen wel erg goed dansen hé.

Toffeetje:
Ze kunnen ook de tango.

-Diverse arrangementen op het Rode Schoentjes thema-

Karen:
Ik wil niet meer dansen en ik wil ook geen Rode Schoentjes meer.

Toffeetje:
Zo Karen heb je nu je lesje wel geleerd?

Karen:
Bent u nu hier alweer het spijt me zo.

Toffeetje:
Ach, t geeft niets ga nu maar naar de gravin en vertel haar alles wat je hebt mee gemaakt.

Karen:
Ja maar die schoentjes dan?

Toffeetje:
Oh verhip, bijna vergeten. Hatsiekiedokiedee!!!

Karen:
Bedankt lieve Fee.

Toffeetje:
Graag gedaan Karen.

-muziek en gedans-

Beeld:
En zo dansen De Rode Schoentjes nog altijd door. Nou dat was een mooi sprookje hé?

Toffeetje:
Ja, maar nu wil ik nog een sprookje horen dat van De Kleine Zeemeermin…

-Klok slaat twaalf uur-

Toffeetje:
Ohnee, het uur is om het is twaalf uur en je zult weer een beeld worden.

Beeld:
Eindelijk weer mezelf ik voel mijn omhulsel al weer strammer worden.

Toffeetje:
Maar dan kan ik geen sprookjes meer van jou horen.

Beeld:
Onee oh dat spijt me vreselijk Toffeetje, maar ik weet misschien iets beters.

Toffeetje:
Oh ja?

Beeld:
Er is een plek waar je mijn sprookjes kunt horen en zien.

Toffeetje:
Fantastisch! Vertel waar dat is.

Beeld:
Dan moet je naar de Eft.., Eft...

Toffeetje:
Oh nee! Potverdullie, nu is hij al weer een beeld geworden. En wat is nou de Eft? Weten jullie dat?

Zaal:
Efteling!!

Toffeetje:
Wat de Efteling kan ik daar alle sprookjes zien en horen? Dan ga ik daar nu naar toe. Hatsiekiedokiedee!!!

Hatsiekiedoe Hatsiekiedee

Hatsiekiedoe Hatsiekiedee, ik ben de lieve Sprookjesfee,
Neem je gouden toverstaf, en tover met dit Feetje mee
Hatsiekiedoe Hatsiekiedee, ik ben de lieve Sprookjesfee,
Neem je gouden toverstaf... Pief, poef, paf

Ik woon in een grote wolk achter de regenboog,
met wel honderd feeën wonen wij daar hoog en droog.
Het zijn echt leuke meiden 't is altijd dolle pret,
want we slapen met zijn alle in het feeën hemelbed

Hatsiekiedoe Hatsiekiedee, ik ben de lieve Sprookjesfee,
Neem je gouden toverstaf, en tover met dit Feetje mee
Hatsiekiedoe Hatsiekiedee, ik ben de lieve Sprookjesfee,
Neem je gouden toverstaf... Pief, poef, paf

Ik zwaai met het toverstaf en roep voor 't slapen gaan,
Hatsiekiedee sprookjesboek zal open gaan.
Kom gezellig bij me zitten dan lees ik een sprookje voor
Ik lees t van begint tot eind van achteren naar voor.

Hatsiekiedoe Hatsiekiedee, ik ben de lieve Sprookjesfee,
Neem je gouden toverstaf, en tover met dit Feetje mee
Hatsiekiedoe Hatsiekiedee, ik ben de lieve Sprookjesfee,
Neem je gouden toverstaf... Pief, poef, paf

Als de maan dan aan de hemel staat,
sluit ik het grote boek maar het sprookjesfeest is niet gedaan oh nee.
ik zeg meiden kom wij brengen u aan nachtelijk bezoek
aan de Efteling dus vlieg maar met me mee.

Hatsiekiedoe Hatsiekiedee, ik ben de lieve Sprookjesfee,
Neem je gouden toverstaf, en tover met dit Feetje mee
Hatsiekiedoe Hatsiekiedee, ik ben de lieve Sprookjesfee,
Neem je gouden toverstaf... Pief, poef, paf

Hatsiekiedoe Hatsiekiedee, ik ben de lieve Sprookjesfee,
Neem je gouden toverstaf, en tover met dit Feetje mee
Hatsiekiedoe Hatsiekiedee, ik ben de lieve Sprookjesfee,
Neem je gouden toverstaf... Pief, poef, paf

Met dank aan Kevin Olfers & Marwin van de Hoeve