Anton Franciscus Pieck werd samen met zijn tweelingbroer Henri op 19 april 1895 in het Noord-Hollandse Marinestadje Den Helder geboren. Al heel jong gaven beide broers blijk van een ongewone artistieke aanleg en tekenvaardigheid, hetgeen vooral door hun moeder herkend en gestimuleerd werd. Vol overgave stortte de tweeling zich op hun tekenhobby. Het toentertijd grauwe en saaie Marinestadje bood weinig ander vertier voor kinderen, zeker gezien de armelijke omstandigheden thuis, niet in het minst veroorzaakt door vader Pieck, machinist bij de Marine en worstelend met een alcoholprobleem.
De vruchten van de hobby bleven niet uit, reeds op elfjarige leeftijd onderscheidde Anton zich door het winnen van een eerste prijs met een fraaie aquarel van een stilleven op een Huisvlijttentoonstelling. Een belangrijke gebeurtenis, die hij zijn leven lang bleef koesteren. De prijs: vijf tubes verf en een fixeerspuitje...! De hobby werd schilderen, perspectiefleer, anatomie en de beginselen van de kunstgeschiedenis. En met succes; al op 14-jarige leeftijd behaalden de beide broers Anton en Henri de lagere akte tekenen, drie jaar later, op 17 jarige leeftijd slaagden zij voor de middelbare akte, voorwaar geen geringe prestatie!
Daarna scheidden zich de wegen van de tweeling, broer Henri kreeg een vervolgopleiding aan de Amsterdamse Academie voor Beeldende Kunsten. Hij werd meer als echte kunstenaar beschouwd. Anton werd gevraagd om tekenleraar te worden aan hetzelfde instituut waar zij beiden hun middelbare akte verwierven. Een tragische miskenning van Antons wordend kunstenaarschap, hij schoolde zichzelf verder in de avonduren, gaarne had hij samen met zijn broer dezelfde opleiding gevolgd.
Met het schrikbeeld van zijn armelijke jeugd voor ogen koos hij voor een zeker inkomen om het gezin Pieck te kunnen onderhouden. Een maatschappelijke zekerheid die hem ook later, na het vervullen van de dienstplicht van 1915 tot 1918 (waar hij het zelfs om onbegrijpelijke redenen tot de rang van sergeant bracht), in 1920 deed besluiten een aanstelling als leraar te aanvaarden aan het Kennemer Lyceum te Overveen.
Veertig lange jaren, tot aan zijn pensioen, heeft hij deze school gediend. Een gepassioneerd en overtuigd leraarschap is het, naar eigen zeggen, nooit geweest. Het gaf hem daarentegen wel de vrijheid, onafhankelijkheid van de wil van opdrachtgevers, te kiezen voor het artistieke invullen van zijn leven naar eigen overtuiging. Zijn nalatenschap, bestaande uit een aantal van meerdere tienduizenden tekeningen, aquarellen, schilderijen, etsen en houtsneden, getuigen van een enorme werkijver en gedrevenheid van deze zonder twijfel bekendste Nederlandse illustrator van de twintigste eeuw.
Anton Pieck is zeker in Nederland een begrip, zijn vermaardheid reikt tot ver over de grenzen. Meerdere biografen hebben getracht Anton Pieck de plaats te geven die hem toekomt, hij neemt een heel eigen plaats in de wereld van de grote illustratoren en kunstenaars die hem geïnspireerd hebben. Hij voelde zich verwant met kunstenaars zoals Arthur Rackham, Gustav Doré, Edmund Dulae, Carl Sjoitzweg en de verfijnde uitingen van Japanse kunstenaars zoals Hokusai en, ontwikkelde toch een geheel eigen zeer herkenbare stijl, onvervreemdbaar Anton Pieck. Zijn stijl was die van een romanticus, zijn tekenhand was verfijnd en gevoelig. Zijn onderwerpen vond hij veelal in de schoonheid van historische dorps- en stadsgezichten, en het bonte leven op straat, geen elitaire onderwerpen maar het leven van alledag. Zijn schare van bewonderaars bevond zich in alle sociale lagen van de bevolking, hij was bijzonder populair en stelde kunstcritici voor problemen, ze wisten zich geen raad met het "wonderlijke fenomeen", een predicaat dat ook zij volledig onderstreepten, maar ze konden hem moeilijk plaatsen in de wereld van de "grote kunst".
Begin jaren vijftig werd Anton Pieck gevraagd zijn medewerking te verlenen aan het oprichten van een sprookjespark met speeltuin. Zijn gevestigde naam als illustrator van de bekende sprookjesboeken van de Gebroeders Grimm en de sprookjes van 1001 nacht waren hiervoor de logische aanleiding. Zijn fantastische tekeningen waren sterk bepalend geworden voor de beelden die de vertellingen bij lezers opriepen. Na een aanvankelijke aarzeling en het strikt stellen van voorwaarden, die de kwaliteit van de attracties moesten garanderen, stemde hij toe in het avontuur.
Het laat geen twijfel dat zijn scheppende geest het overrompelende succes van Europa's eerste echte themapark zou bezegelen: het sprookjespark "de Efteling" in Kaatsheuvel. Het verhaal gaat zelfs dat Walt Disney in de beginjaren naar "de Efteling" kwam kijken, nog voordat hij zijn avontuur aanging in Anaheim, CA! Tot 1974 bleef hij actief ontwerpend en meesturend het themapark begeleiden. Het was, naar eigen zeggen, het dierbaarste avontuur in zijn leven. Hij liet in de Efteling een bijzondere erfenis na, niet alleen zijn prachtige ontwerpen, maar een cultuur in het voelen en denken. Het voelen en denken van de bestuurders en makers, het voelen en denken van de vele miljoenen gasten die trouw de Efteling blijven bezoeken. Hij sprak de taal van de massa, maar dan een massa die bestaat uit louter kritische individuelen. Het werd een Efteling ván en vóór mensen, niet meer weg te denken uit de Nederlandse samenleving.
Mede door Anton Pieck is de Efteling tot een soort nationaal monument geworden van de Nederlandse vrijetijdscultuur, een ontmoetingsplaats van generaties die, hoe verschillend dan ook, elkaar herkennen in eenzelfde emotie van nostalgie en romantiek. Meer dan veertig jaar is met "de Efteling" bewezen dat de visie van deze bijzondere man niet aan slijtage onderhevig is. Jeugdherinneringen worden weer opnieuw beleefd, het oude is niet oud geworden zoals zoveel van het nieuwe. Op 92-jarige leeftijd, in de nacht van 24 op 25 november 1987 overleed Anton Pieck. Een onafgemaakte tekening prijkte op zijn tekenplank. Hij stierf in het harnas, zo had hij het ook gewild. Zijn omvangrijk oeuvre houdt de gedachte aan hem levend, de schare bewonderaars groeit nog steeds. En de Efteling, ze koestert Anton Piecks erfenis. De kleuren van de Efteling komen nog steeds van zijn palet.
Anton Pieck creëerde op papier en driedimensionaal in de Efteling een bijzonder tijdsbeeld. Zijn inspiratiebron was meervoudig. Hij koppelde werkelijkheid aan vervlogen tijden waarin nostalgie en (kermis)romantiek hoogtij vieren. In het honderdste geboortejaar van de kunstenaar brengt de Efteling dat romantische en nostalgische weer tot leven. Letterlijk, dan wel te verstaan.
Anton Pieck tentoonstelling in het decor van zijn werkomgeving Het vreemde van Anton Pieck is dat hij door de elitaire kunstwereld nooit als kunstenaar werd gezien. Zelf heeft hij ook nooit de pretentie gehad om zich een groot kunstenaar te noemen. Dus stoorde hij zich niet aan de kritiek. Hij betitelde zichzelf als een romanticus, en zijn werk is zoals hij was: mild, beschaafd, ongecompliceerd en niet revolutionair. Hij communiceerde met tekeningen of naar zijn woorden "de prent met een sterk verhalend karakter". Daarin schuilt ook de kracht van Piecks werk; getekende verhalen van een herkenbare wereld. Hij herschiep die wereld en schrapte alles wat in zijn weg stond. Een mooi voorbeeld daarvan was toen hij bij de opening van het Oudhollands dorpsplein in de Efteling een voor hem verfoeilijk reclamebord "IJsco" perse moest verwijderen. Eronder bleek overigens het naambordje "Anton Pieckplein" te hangen. Voor Anton Pieck moest het mooi zijn, mooi zijn naar zijn eigen vorm. Scheef was scheef en krom was nog krommer, ook bij de bouw van zijn werk in de Efteling. Hij heeft menig bouwvakker tegen alle vakmansharen ingestreken. Door de herkenbaarheid en toegankelijkheid heeft het werk van Anton Pieck juist zo'n enorme schare liefhebbers. Het museum in Hattem dat zijn werk permanent tentoonstelt, trekt vele bezoekers en het boek "Anton Pieck zijn Leven zijn Werk" vindt nog steeds gretig aftrek.
Voor de Efteling maakt Pieck zo'n 1500 ontwerpen van klein tot groot. Een groot aantal daarvan is terug te vinden in het park. De overige zijn eveneens zorgvuldig geconserveerd. Ter gelegenheid van het 100ste geboortejaar van Anton Pieck had de Efteling een selectie gemaakt uit zijn collectie. De selectie van tientallen werken werd geëxposeerd in de Dioramahal in een voor Pieck-fans herkenbaar decor. Voor de vormgeving van de tentoonstelling stond de werktafel van Anton Pieck model. In principe was dat een tafel als elk andere, met het grote verschil dat Pieck er zijn fantasiewereld op serveerde. Typerend ervan was de warme, rommelige sfeer, en de stoffen lampenkapjes erboven. Het was kennelijk voldoende licht om miljoenen met het werk te boeien. De tentoonstelling in de Efteling liet dat eens temeer zien.
Dit artikel is een bewerking van het Anton Pieck-atrikel uit het spreekbeurtpakket
|